12
Gebruik met andere apparatuur
1
2
2
3
4
5
94
Du
Videorecorder bedieningstoetsen
In de VCR stand functioneren de toetsen op de afstandsbediening
als volgt.
1
0 t/m 9
Functioneren als cijfertoetsen.
2
P+/P–
Hiermee kunt u het kanaal van de in de videorecorder
ingebouwde ontvanger veranderen.
3
F (Pauze/Stilstaand beeld)
Hiermee kunt u de weergave pauzeren en het beeld stilzetten.
4
● (Opname)
Hiermee kunt u een opname laten beginnen.
5
SOURCE a
Hiermee kunt u de videorecorder aan of uit zetten.
6
■ (Stoppen)
Stopt de weergave.
7
I (Afspelen)
Start de weergave.
8
V (Snel vooruit)
Snel vooruitspoelen van de band, eventueel met beeld.
9
S (Snel achteruit)
Snel terugspoelen van de band, eventueel met beeld.
6
7
8
9