Nadat fotocellen met BUS-technologie zijn geplaatst moet het
adres van ieder paar worden geselecteerd door middel van een
combinatie van de dipschakelaars die op iedere fotocel zitten
Stel. HETzELFDE. ADRES. dat. met. de. .
..
dipschakelaars. gekozen. is. in. op. zowel. de.
zender. als. de. ontvanger. van. hetzelfde.
paar
.
zorg.ervoor.dat.er.geen.twee.of.meer.paren.
..
fotocellen.zijn.met.hetzelfde.adres
Als. er. geen. enkel. BUS-accessoire. wordt.
. .
gebruikt,.laat.dan.de.klemmen.18.en.19.
vrij
.
In tab. 4 zijn de programmeringen van de dipschakelaars
weergegeven binnenin de zender en de ontvanger van de
BUS-fotocellen.
Tab. 4 - Adressering PAREN BUS-fotocellen
DIPSCHAKELAAR
HETZELFDE
T X
Dip1
Dip2
Dip3
Dip4
ON
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
OFF
ON
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
OFF
OFF
ON
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
Om. de. geïnstalleerde. Bus-accessoires.
.
in. werking. te. stellen. moeten. ze. worden.
opgeslagen.op.de.kaart.zoals.uitgelegd.
in.hoofdstuk.5.3.
4.4.. KLEMMENBORD.J2.-.MOTOR,.WAARSCHUWINGSLAMP.
EN.VENTILATOR.(FIG..2)
M (COM-MOT1-MOT2): Aansluiting Motor
LAMP (LAMP-COM): Uitgang waarschuwingslamp
VENTILATOR (FAN-COM): Uitgang ventilator
4.5.. CONNECTOR.J8.-.CONDENSATOR.MOTOR.(FIG..2)
Snelconnector om de aanloopcondensator van de motor
aan te sluiten.
4.6.. KLEMMENBORD.J9.-.ACCESSOIRES.(FIG..2)
PE : Aardingsaansluiting
N :
Voeding 0 V~ of 5 V~ ( Nulleider )
L :
Voeding 0 V~ of 5 V~ ( Lijn )
.
. Vo o r . e e n . g o e d e . w e r k i n g . i s . h e t.
verplicht. de. kaart. op. de. aardgeleider.
in. de. installatie. aan. te. sluiten.. zorg.
bovenstrooms. van. het. systeem. voor.
een. geschikte. magnetothermische.
differentieelschakelaar.
4.7.. C O N N E C T O R E N . J 3 , . J 5 . – S N E L A A N S LU I T I N G..
EINDSCHAKELAAR.OPENEN.EN.SLUITEN.(FIG..2)
Snelconnector voor de aansluiting van de eindschakelaars
voor het openen (J) en sluiten (J5).
DIPSCHAKELAAR
ADRES
R X
N°
Type
Paar
° Paar
° Paar
° Paar
Fotocel
4° Paar
SLUITING
5° Paar
6° Paar
7° Paar
OPEN-
Enkel
Paar
IMPULS
4.8.. C ONNECTOR.J6.–.SENSOR.FORCERING.BOOM.(FIG..2)
Snelconnector voor de aansluiting van de sensor voor het
.
forceren van de slagboom (indien aanwezig). Als deze sensor
er niet is, laat dan de geleverde doorbinding aangesloten.
4.9.. FREQUENTIESCHAKELAAR.DS1.(FIG..1)
Schakelaar met dipschakelaars die wordt gebruikt om de
werkfrequentie van de detectielussen voor voertuigen op
HOOG of LAAG in te stellen. Zie hoofdstuk 5.5
4.10..CONNECTOR.J4.-.SNELAANSLUITING.MINIDEC,.DECODER.EN.RP
Wordt gebruikt voor de snelaansluiting van Minidec, Decoder
en Ontvangers RP / RP.
Als een ontvanger met een dubbel kanaal wordt gebruikt,
type RP, kunnen de commando's OPEN en CLOSE
van het automatisch systeem rechtstreeks door een
radioafstandsbediening met een dubbel kanaal worden
gegeven.
Als een ontvanger met een enkel kanaal wordt gebruikt, type
RP , kan alleen het commando OPEN worden gegeven.
Sluit het accessoire aan met de kant met onderdelen naar
de binnenkant van de kaart gericht
De.kaarten.mogen.er.UITSLUITEND.in.worden.
.
gezet. en. eruit. worden. gehaald. na. de.
spanning.te.hebben.losgekoppeld.
Voorbeeld aansluiting van accessoire radio
624BLD
.5.. PROGRAMMERING
Om de werking van het automatische systeem te
programmeren moet de modus "PROGRAMMERING" worden
opgeroepen.
De programmering bestaat uit drie delen: 1e NIVEAU, 2e
NIVEAU en 3e NIVEAU.
de gewijzigde programmeringsparameters
worden onmiddellijk effectief, terwijl de
definitieve opslag in het geheugen pas
plaatsvindt wanneer de programmering
wordt afgesloten en men terugkeert naar de
statusweergave van het geautomatiseerde
systeem. Als de voeding naar de apparatuur
wordt losgekoppeld vòòr terugkeer naar de
statusweergave, gaan alle aangebrachte
wijzigingen verloren.
Vanuit elk willekeurig punt van de
programmering van ieder niveau kan naar
de statusweergave worden teruggekeerd,
door de toetsen F en – tegelijk in te
drukken.
5.1.. PROGRAMMERING.1e.NIVEAU
De toegang tot de PROGRAMMERING e NIVEAU wordt
verkregen met de drukknop F:
• als hij wordt ingedrukt (en ingedrukt wordt gehouden),
toont het display de naam van de eerste functie.
• als de knop wordt losgelaten verschijnt de waarde van
de functie op het display; deze kan worden gewijzigd
met de toetsen + en -.
door F opnieuw in te drukken (en ingedrukt te houden)
•
laat het display de naam van de volgende functie
zien, enz..
• aangekomen bij de laatste functie zult u, als u opnieuw
F indrukt, de programmering verlaten, en geeft het
display opnieuw de status van de ingangen weer.
6
.
.
RP / RP2
J4
Fig. 8