•
Wanneer
een disc wordt
afgespeeld
met de ADV-700
DVDwideo
DVD-audio
(alleen
het
videogedeelte)
Video-CD
Muziek-CD
MP3-CD
Audio-opnameformaat
Dolby
Digkal
DTS
MPEG-audio
48 kHz
96 kHz
CP:ON
CP:OFF
MPEG
1
Linear
PCM
MP3
Instellingen
Zie pagina
Digkale
uitgang:
norrnaal
Digkale
uitgang:
PCM-conversie
268
Digkale
uitgang:
norrnaal
Digkale
uitgang:
PCM-conversie
Digkale
uitgang:
norrnaal
268
Digkale
uitgang:
PCM-conversie
LPCM-colwersiemodus:uitgeschakeld (OFF)
LPCM-conversiemodus: ingeschakeld {ON)
LPCM-conversiemodus: ingeschakeld (ON)
268
LPCM-colwersiemodus:uitgeschakeld (OFF)
LPCM-colwersiemodus:uitgeschakeld (OFF)
Zie de bladzijde
Uitvoer
van digitale
audiogegevens
Dolby
Digital
bitstream
2 kanalen
PCM-gegevens
(48 kHz/16-bits)
DTS bitstream
DTS bitstream
2 kanalen
PCM-gegevens
(48 kHz/16-bits)
2 kanalen
PCM-gegevens
(48 kHz/16-bits)
48 kHz/16
~24-bits
PCM
48 kHz/16-bits
PCM
48 kHz/16-bits
PCM
48 kHz/16-bits
PCM
(met
kopieerbeveiliging)
96 kHz PCM
(zonder
kopieerbeveiliging)
44,1
kHz/16-bits
PCM
44,1
kHz/16-bits
PCM
32 ~ 48 kHz/16-bits
PCM
Linear PCM-audio
is het signaalopnameformaat
dat wordt gebruikt
voor muziek-CD's,
Terwijl
voor muziek-CD's
de signalen
worden
opgenomen
met 44,1
kHz/16 bits, worden
ze voor DVD's opgenomen
met 48
kHz/16 bits tot 96 kHz/24 bits, waardoor
de geluidskwaliteit
van DVD's hoger is dan die van muziek-CD's.
Aansluitingen
•
Raadpleeg
voor het rnaken van aansluitingen
eveneens
de gebruiksaanwijzing
van de andere componenten.
VOORLUIDSPREKER-
SYSTEMEN
]
MIDDENLUIDSPREKER-
SURROUNDLUIDSPREKER-
SYSTEEM
SYSTEMEN
T
__
]
SUPERWOOFER
!:g!!
! '!'!!f_i!
rreslt!br :e °rOfer met
I
I
q
]
•
Voorzorgsmaatregelen
bij her aansluiten
van
luidsprekers
AIs een luidspreker
dicht bij een TV of een videomonitor
wordt
geplaatst,
is het mogelijk
dat de kleuren op het
scherm
worden
gestoord
door de magnetische
werking
van de luidspreker.
AIs dit gebeurt,
moet u de
luidspreker
op een plaats zetten
waar dit effect zich niet
voordoet.
•
Gebruik
luidsprekersnoeren
met in elkaar gevlochten
aders
en een diameter
van 0,6 tot 1,5 mm, Gebruik
nook snoeren
die
dikker
zijn
dan
1,5
mm
of
met
slechts
66n ader,
aangezien
deze
de
luidsprekeraansluitingen
kunnen
beschadigen,
•
Zorg
ervoor
dat de
polen
van
de
aansluitingen
op
de
luidsprekers
en die op het hoofdtoestel
overeenkomen
(®
op ®, ® op ®).
•
Let bij het maken van aansluitingen
op dat de aders van de
luidsprekersnoeren
niet uitsteken
en andere aansluitingen
in
de buurt,
andere
luidsprekersnoeren
of het achterpaneel
raken,
•
Luidsprekers
met
een
impedantie
van 6 tot
16 _./ohm
kunnen
worden
aangesloten
als
midden-
en
surroundluidsprekers,
OPMERKING:
Raak NOOIT
de luidsprekeraansluitingen
aan terwijl
de
spanning
is ingeschakeld.
Dit kan elektrische
schokken
veroorzaken.
I ._T'4vl'4 i i []-l.l.l._OI.I_ I i[_ I I I
Het beschermingscircuit
kan in werking
treden als dit toestel
gedurende
lange tijd met hoge volumes
weergeeft
wanneer
luidsprekers
met
een
lagere
dan
de
voorgeschreven
impedantie
zijn aangesloten.
Aansluiten
van de luidsprekeraansluitingen
1. Druk op het klepje.
2. Steek het snoer in.
3. Laat het klepje los.
Dit toestel
is uitgerust
met een ultrasnel beveiligingscircuit.
Dit circuit beschermt
de luidsprekers
onder
bepaalde
omstandigheden,
bijvoorbeeld
wanneer
de uitgang
van de vermogensversterker
per ongeluk
wordt
kortgesloten
en er een sterke stroom wordt opgewekt,
wanneer de omgevingstemperatuur
van het
toestel
ongewoon
hoog wordt, of wanneer
het toestel
langdurig met een hoog vermogen
wordt gebruikt,
wat resulteert
in een extreme
stijging van de temperatuur.
Wanneer
het beveiligingscircuit
in werking
treedt,
wordt
de uitvoer naar de luidsprekers
automatisch
afgesneden
en begint de spanningsindicator
te knipperen.
Ga in dit geval als volgt te werk:
schakel de
spanning van het toestel
uit, controleer
of de luidspreker-
of ingangskabels
goed zijn aangesloten
en laat
het toestel
afkoelen
als het erg heet is. Zorg voor een betere ventilatie
rond het toestel
en schakel de
spanning opnieuw
in.
AIs het beveiligingscircuit
nogmaals in werking
treedt, hoewel
er geen problemen
zijn met de bedrading
of de ventilatie
van het toestel,
schakel
de spanning
dan uit en neem contact
op met een DENON-
servicecentrum.
•
Het beveiligingscircuit
kan in werking treden als het toestel
lange tijd met een hoog volume wordt gebruikt
en luidsprekers
met een lagere
dan de voorgeschreven
impedantie
zijn aangesloten
(bijvoorbeeld
luidsprekers
met een impedantie
van minder dan 4 O!ohm). Als het beveiligingscircuit
in werking
treedt,
wordt de uitvoer naar de luidsprekers
afgesneden.
Schakel de spanning van het toestel uit, laat het toestel
afkoelen, zorg voor een betere ventilatie
rond het toestel
en schakel vervolgens
de spanning opnieuw
in.
233