V9141
NL
Introductie
De bedieningskaart is een zelfstandige stappenmotorbedienings- en
besturingskaart voor één as, ondergebracht op een standaard
Eurokaart.
Hij ontvangt instructies via de RS-232 aansluiting (J10). Een tweede
aansluiting (J9) wordt gebruikt voor doorlussingen.
Handbediening is mogelijk door middel van een analoge joystick en/of
een digitale potentiometer.
De gebruiker kan uit één van 64 verschillende "elektronische
versnellingen"
kiezen.
micostap/stapverhoudingen in de reeks van 4 tot 256 en verschillende
stroomverminderingskarakteristieken. Indien gecombineerd met een
stappenmotor met stappen van 1,8 graden, kan men versnellingen in
de reeks van 200 - 12800 stappen per omwenteling kiezen. De
maximale stapfrequentie bij de frequentie van de aanwezige besturing
bedraagt 60kHz.
De kaart bevat ingangen voor begrenzingsschakelaars met vaste
bedrading.
De gebruiker kan de stroom (of te wel koppel) van de motor
programmeren.
Er bevinden zich 4 ingangen en 4 uitgangen, alle voorzien van
optocouplers.
Er zijn voorzieningen gemaakt voor een uitbreidingskaart voor grote
stromen, voor besturing van grote motoren of voor gebruik met een
externe besturing.
De instelparameters kunnen in een EEROM opgeslagen worden.
Onderlinge verbindingen
Vaste verbindingen
De vaste verbindingen zoals de motorstroom, voedingsingangen,
begrenzingsschakelaars, ingangen en uitgangen enz., vinden plaats
via een standaard DIN41612AC randconnector.
De aansluitingen van de DIN41612AC randconnector
C1 o o A1
Motorwikkeling 1 fase A
C2 o---o A2
C3 o o A3
Motorwikkeling 1 fase B
C4 o---o A4
C5 o o A5
Motorwikkeling 2 fase A
C6 o---o A6
C7 o o A7
Motorwikkeling 2 fase B
C8 o---o A8
C9 o o A9
Motorvoeding 40V*
C10 o---o A10
C11 o o A11
Motorvoeding 0V
C12 o---o A12
Niet aangesloten
C13 o o A13 Niet aangesloten
Logische voeding 5V
C14 o---o A14
Geïsoleerde Vp voor
ingangen **
C15 o o A15 Ingang joystick (0-5V)
Begrenzingsingang LP0
C16 o o A16 Begrenzingsingang LP1
Begrenzingsspanning VLP0 C17 o o A17 Begrenzingsspanning VLP1
Begrenzingsingang LM0
C18 o o A18 Begenzingsingang LM1
Logische voeding 0V
C19 o---o A19
Uitgang OP2
C20 o o A20 Uitgang OP3
Uitgang OM2
C21 o o A21 Uitgang OM3
Ingang IP2
C22 o o A22 Ingang IP3
Ingangsspanning VP2
C23 o o A23 Ingangsspanning VP3
Ingang IM2
C24 o o A24 Ingang IP3
Uitgang OP0
C25 o o A25 Uitgang OP1
Uitgang OM0
C26 o o A26 Uitgang OM1
Ingang IP0
C27 o o A27 Ingang IP1
Ingangsspanning VP0
C28 o o A28 Ingangsspanning VP1
Ingang IM0
C29 o o A29 Ingang IP1
Uitgang motorklok (TTL)
C30 o o A30 Uitgang richting (TTL)
Ingang
handcodeerorgaan A
C31 o o A31 handcodeerorgaan B
Extra 0V
C32 o o A32
Opmerkingen: *
40V maximaal voor motorvoeding
**
wordt alleen gebruikt als totale isolatie vereist is,
voor het gemak kan dit aan uw 5V-rail gekoppeld
worden.
22
RS Voorraadnummer
Deze
komen
overeen
Ingang
RS-232-aansluitingen
De bedieningskaart is via het RS-232-kanaal J10 aangesloten op de
gastcomputer. De penaansluitingen zijn als volgt:
718-846
Pennummer
1
2
3
4
5
6
Opmerking 1. de bedieningskaart werkt heel normaal indien geen
met
de
Opmerking 2. De bedieningskaart respondeert op elke opdracht die
Handmatige bediening
Behalve softwareopdrachten voor de bedieningskaart, is er ook
handbediening mogelijk waarbij de beweging via een joystick of een
handcodeerapparaat geregeld wordt, zie de opdrachten L1 en L0.
Bediening met de joystick wordt ingeschakeld door de analoge
spanning van de joystick aan te sluiten, welke zich moet bevinden
tussen 0 en 5V, aan ingang A15 van de randconnector.
vervolgens op uw gastcomputer handbediening ingeeft, gaat de
bediening naar de joystick.
De beweging van het handcodeerapparaat wordt op gelijksoortige
wijze ingeschakeld, door het aansluiten van de twee 90° verschoven
pulsen A en B van het handcodeerapparaat of van een digitale
potentiometer op de pennen C31 en A31 van de randconnector, en
door op de gastcomputer handbediening in te geven.
Ingangen begrenzingsschakelaars
De ingangen van de begrenzingsschakelaars kunnen op een aantal
manieren geconfigureerd worden. De basisbegrenzingssignalen zijn L1
(positieve grens) en L0 (negatieve grens).
veiligheidsoverwegingen via een optische scheider. De belangrijkste
signalen zijn als volgt onderverdeeld:
LP1
optische scheidingsanode voor L1
VLP1
spanning voor optische scheider (kan logische 5V zijn)
LM1
optische scheidingskathode voor L1
LP0
optische scheidingsanode voor L0
VLP
0 volt voor optische scheider (kan logische 5V zijn)
LM0
optische scheidingskathode voor L0
Basis-configuratie (SLUITEN OM TE STOPPEN) (figuur 3)
Dit is de meest elementaire en eenvoudige schakelconfiguratie. Het
wordt voor de meeste toepassingen gebruikt, de gebruiker dient zich
echter van de nadelen bewust te zijn.
1. Een sluiten-om-te-stoppen-circuit houdt in, dat bij een eventuele
onderbreking in het circuit, zoals een slechte verbinding of
aansluiting, de motor voorbij de begrenzingsschakelaar door zal
gaan en niet zal stoppen.
2. Het aansluiten van VP en LM1 op de logische voeding houdt in, dat
als de begrenzingsschakelaar geplaatst wordt in een gebied met
hoge spanningen of veel elektrische storingen, er voor de gevoelige
elektronica geen bescherming is tegen hoogspanningspieken.
Een geïsoleerde voeding voor VP, LM1 en LM0 zullen het risico op
schade zoals omschreven in punt 2 wegnemen.
Alternatieve configuratie (VERBREKEN OM TE STOPPEN)
(figuur 4)
Met dit circuit heeft u niet de risico's zoals omschreven in punt 1 maar
wel die van punt 2. Bovendien biedt het geen voorziening als er een
optische scheider defect is.
Functie
Transmit data (van de bedieningskaart)
Receive data (naar de bedieningskaart)
Ready to send (van de bedieningskaart)
Clear to send (naar de bedieningskaart)
Data terminal ready (van de bedieningskaart)
Massa
handshaking wordt toegepast. Dit hoeft echter niet
voor uw gastcomputer te gelden, zorg er daarom voor
dat de verbindingen DSR, RTS en CTS op uw
gastcomputer aanwezig zijn.
u zendt, het is daarom belangrijk deze responsen te
lezen.
Als u
Ze werken uit