Het display geeft het volgende weer (voorbeeld):
Set Clock
Mo 15:30
YYYY-MM-DD
2008-05-26
•
Kies de dag van de week: Toets
M = maandag; T = dinsdag; W = woensdag; T = donderdag;
F = vrijdag; S = zaterdag; S = zondag.
•
Verplaats de cursor '>' naar de volgende positie: Toets
.
•
Om de tijd te wijzigen: Toets
•
Om de klok op de juiste tijd in te stellen, de voorgaande twee
stappen herhalen.
•
Doe hetzelfde om de correcte datum in te stellen.
•
Om de invoer te bevestigen: Druk op OK.
•
Druk op ESC (2x).
Stel de zomer-/wintertijdomschakeling (indien van toepassing)
als volgt in:
•
Druk op
voor het tonen van tijd + datum.
•
Druk op ESC.
•
Kies 'Set..': Toets
of
•
Druk op OK.
•
Cursor '>' naar 'Clock' verplaatsen: Toets
•
Druk op OK.
•
Cursor '>' naar 'S/W Time' verplaatsen: Toets
•
Druk op OK.
Het display geeft het volgende weer:
>On
Off
S/W Time:
Off
•
Cursor '>' naar 'On' verplaatsen: Toets
•
'On' bevestigen: Druk op OK.
Het display geeft het volgende weer:
EU
•
Druk op
om de van toepassing zijnde tijdzone te
selecteren. Druk op OK.
Het display toont (aannemende dat u de Europese tijd heeft
ingesteld):
>On
Off
S/W Time:
On
EU
De weektimer van de PLC regelt de tijdstippen waarop het
systeem in- en uitgeschakeld wordt.
Standaard instelling:
- Maandag t/m vrijdag
- Aan: 07:00 uur
- Uit 18:00 uur
De weektimer bevat drie schermen voor
programmeerdoeleinden. Hiermee kunnen aanvullende dagen
en/of tijden worden geprogrammeerd waarop het systeem in-
en uitschakelt.
0507340050/010111/D EDS
of
.
of
.
.
of
.
of
of
.
Wijzig of programmeer extra timerinstellingen in
overleg met de gebruiker/klant.
Wijzig bestaande of programmeer extra timerinstelingen als
volgt:
•
Druk op
voor het tonen van tijd + datum.
•
Druk op ESC.
•
Kies 'Set Param': Toets
•
Druk op OK.
of
B1
D=MTWTF--
On =07:00
Off =18:00
•
Toets
of
of
om de waarde te wijzigen.
M = maandag; T = dinsdag; W = woensdag; T = donderdag;
F = vrijdag; S = zaterdag; S = zondag
•
Druk op OK.
Indien gewenst, kunnen scherm 2 en 3 worden gebruikt voor
het instellen van extra dagen/tijdstippen dat het systeem in- en
uitschakelt.
4.5.3 Frequentieregelaar
.
De frequentieregelaar zou automatisch in de auto-modus
moeten draaien.
•
Controleer aan de hand van de LED of de frequentieregelaar
in de
-modus staat.
AUTO
•
Indien niet: knop "Auto On" indrukken.
5
GEBRUIK
WAARSCHUWING
Draag tijdens gebruik altijd persoonlijke
beschermingsmiddelen (PBM) ter voorkoming van
letsel. Dit geldt ook voor personen die in het
werkgebied aanwezig zijn.
5.1
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel is voorzien van de volgende
bedieningsorganen en indicatoren:
Fig. 5.1
A
controlelamp
Systeem = OK; frequentieregelaar draait.
B
controlelamp
Systeemstoring; raadpleeg het display van de PLC en van de
frequentieregelaar voor verdere actie.
C
potentiometer
Voor het regelen van de ventilatorsnelheid.
D zoemer
Bij een systeemstoring aangegeven door de controlelamp
(B), geeft de zoemer gelijktijdig een geluidssignaal.
E
draaiknop
SYSTEM MAN
automatisch)
F
hoofdschakelaar
of
.
Timer, scherm 1
1
Weekdagen (dagelijks)
Tijd aan (07:00 h)
Tijd uit (18:00 h)
voor het wijzigen van de cursorpositie. Toets
FREQUENCY INVERTER RUNNING
(rood)
FAILURE INSTALLATION
0-100%
FANSPEED
(handmatig - uit -
- 0 -
AUTO
(groen)
NL - 10