Werkstuk afkorten
1. Span de afsteekbeitel haaks in de beitelhouder.
Span de afsteekbeitel zo kort mogelijk in (halve diameter van
het werkstuk + 1 mm). Span het werkstuk eveneens zo kort
mogelijk in.
Let op de exacte centerhoogte van de afsteekbeitel. Werk met
lage toerentallen en koel het snijvlak indien mogelijk.
2. Beweeg de dwarsslede met de draaibeitel met veel gevoel
van buiten naar binnen (naar het centrum).
Relatief lange werkstukken met losse
draaibankkop en center bewerken.
Als het werkstuk meer dan drie keer zijn diameter uit de
klauwplaat steekt, moet het uiteinde van het werkstuk aan de
rechterkant door de losse draaibankkop met center worden
vastgehouden.
Hiervoor moet aan de rechterkant van het werkstuk een cen-
treergat worden geboord.
1. Draai daartoe het rechter front van het werkstuk vlak.
2. Plaats de boorhouder (accessoire) in de losse draaibankkop
en span de centreerboor in.
3. Beweeg de losse draaibankkop met boorhouder en cen-
treerboor tot aan het front van het werkstuk.
4. Schakel de machine in en boor het centreergat door de spil
van de losse kop op te schuiven.
5. Vervang de boorhouder weer door de meelopende center
(Fig. 17).
6. Steek de punt in het centreergat en klem de losse draai-
bankkop 3 vast.
7. Zet de spil van de losse kop 2 aan, tot er geen speling meer
is.
8. Blokkeer de spil van de losse kop met behulp van de
blokkeerbout 4.
Wisselwielen voor schroefdraadsnijden
monteren
Aanwijzing:
Met de PROXXON draaibank PD 250/E kunnen metrische
schroefdraden met een spoed van: 0.5 (M3), 0.625, 0.7 (M4),
0.75, 0.8 (M5), 1,0 (M6), 1,25 (M8), en 1,5 (M10) worden
gesneden.
De PD 250/E wordt met gemonteerde wielarm en de wissel-
wielcombinatie voor de automatische voeding van 0,05 mm/
omwenteling geleverd. Om schroefdraden te snijden hoeven
alleen de op de wielarm gemonteerde wisselwielen te worden
gewisseld.
1. Draai de klembout los 1 (Fig. 18) en kantel de wielarm 2 iets
naar boven, om de tandriem 4 te verwijderen.
- 62 -
Let op!
Let op!
2. Verwijder de bevestigingsbouten 3 en 5 van de normale
wielen voor de automatische voeding.
Aanwijzing:
Het aantal tanden is in alle wisselwielen ingeslagen.
Als bijvoorbeeld een schroefdraad met een spoed van 1,0 mm
moet worden gesneden, staan in de tabel in de wielkast de vol-
gende gegevens:
mm
W
0.5
15
0.625
15
0.7
15
0.75
15
0.8
15
1.0
15
1.25
15
1.5
15
W 15 - tandwiel op de hoofdspil met 15 tanden. Dit wiel is al op
de as gemonteerd en hoeft niet te worden gewisseld.
Z
15 - Z
20 - tussenwiel voor de tandriem van de hoofdspil
1
2
met 15 tanden met tandwiel met 20 tanden dat een vaste ver-
binding vormt met de geleidestang.
L20 - tandwiel van de geleidestang met 20 tanden.
3. Bevestig het wisselwiel "Z
met behulp van de bout 2, ring, tussenbus en moer op de
wielarm 3.
Aanwijzing:
Draai de moer van de bevestigingsbout 2 nog niet vast (het
moet nog mogelijk zijn om deze zijdelings te verschuiven).
Het wisselwiel "Z
-Z
" loopt vrij tussen de ring en de bus.
1
2
De ring voorkomt, dat de tandriem van het tandwiel "Z
springt.
4. Draai het tapeind 1 los, trek het wisselwiel "L40" eraf en ver-
vang deze door wisselwiel "L20".
Aanwijzing:
De nerf van de geleidestang "L" moet altijd naar de
klauwplaat wijzen.
Het tapeind 1 moet op het afgevlakte deel van de as worden
vastgeklemd.
Om ervoor te zorgen dat er voldoende speling is tussen de
wisselwielen, dient u bij het ineenschuiven van de wisselwie-
len altijd een strook krantenpapier tussen de vertanding te ste-
ken. De dikte van het papier komt ongeveer overeen met de
beslist noodzakelijke tandspeling.
Z
Z
L
1
2
15
20
40
15
25
40
15
28
40
15
30
40
15
32
40
15
20
20
15
25
20
15
30
20
-Z
" met 15/20 tanden (Fig. 19)
1
2
Let op!
"
1