(Geabsorbeerde glasmat/gel) – bij AGM-accu's is de elektrolyt geabsorbeerd in
separators die bestaan uit een sponsachtige massa glasvezelmat. Gel-accu's bevatten
gegeleerde elektrolyten. Deze accu's zijn geseald met kleppen en mogen niet worden
geopend.
(Ontzwavelingsmodus) – een speciale modus bedoeld voor gesulfateerde accu's.
OPMERKING: bij het opladen van een accu die niet gemarkeerd is, moet u de
handleiding van het apparaat dat de accu gebruikt raadplegen om het juiste accutype te
bepalen. Controleer of de accu voldoet aan de veiligheidsinstructies in paragraaf 2.3.
Digitaal display
Het digitale display geeft digitaal de spanning, het % lading of de tijd weer. Het display
geeft de SPANNING van de accu weer als de lader geen accu oplaadt. Als hij in de
oplaadmodus komt, verandert het display automatisch in
dat het opladen is begonnen] en geeft dan het laadpercentage van de accu die wordt
opgeladen en hetzij 6 of 12 (de door de lader bepaalde spanning van de accu). Als u het
laadproces handmatig stopt (door op de knop CHARGE RATE (Laadsnelheid) te
drukken) voordat de accu volledig is opgeladen, staat er
Battery % (Accu %) – het digitale display toont een geschat laadpercentage van
de accu die op de accuklemmen van de lader is aangesloten.
Voltage – het digitale display toont de spanning bij de accuklemmen van de lader
in volt DC.
OPMERKING: als u, wanneer de lader eenmaal begonnen is de accu op te laden,
eenmaal op de knop Charge Rate (Laadsnelheid) drukt, wordt de uitgangsstroom
uitgeschakeld en staat er
u weer op de knop Charge Rate drukt, wordt de stroom weer ingeschakeld op dezelfde
instelling als toen deze werd uitgezet. Bijvoorbeeld: de lader laadt de accu op met
de instelling voor lage laadsnelheid. Als u op de knop Charge Rate drukt, wordt het
uitgangsvermogen uitgeschakeld. Als u weer op de knop Charge Rate drukt, wordt het
uitgangsvermogen weer ingeschakeld met dezelfde instelling van lage laadsnelheid.
9.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
voordat hij wordt gebruikt.
Informatie over accu's
Deze lader kan worden gebruikt met 6 en 12V accu's met een nominale capaciteit van
12 Ah tot 111 Ah.
Opladen
1. Zorg dat alle componenten van de lader op hun plaats en bedrijfsklaar zijn,
bijvoorbeeld de plastic kappen op de accuklemmen.
2. Sluit de accu aan; neem de voorzorgsmaatregelen van paragraaf 5 en 6 in acht.
3. Sluit de netvoeding aan, neem de voorzorgsmaatregelen van paragraaf 7 in acht.
4. Kies de juiste instellingen voor uw accu.
BELANGRIJK
uitgezet door de stekker op het wandstopcontact aan te sluiten. De lader voorziet de
accuklemmen niet van stroom voordat een accu goed is aangesloten. De klemmen
vonken niet als ze elkaar aanraken.
Standaardinstellingen bij het opstarten: als de lader wordt ingeschakeld, heeft hij
de volgende standaardinstellingen:
Accutype: standaard
Laadsnelheid: UIT (geen laadsnelheid geselecteerd)
Als er na 10 minuten geen laadsnelheid is geselecteerd, begint de lader automatisch
te laden met de volgende standaardinstellingen:
Laadstroom: de laagste beschikbare laadsnelheid, 3 A.
Laadspanning: de laagste beschikbare laadsnelheidsspanning, gewoonlijk 14,7 volt
(gelcel), zo niet, dan 15,4 volt (AGM); anders is het 16,0 volt (standaardaccu).
(Uit) op het display en vervolgens de accuspanning. Als
Deze acculader moet goed gemonteerd zijn volgens de montage-instructies
Deze lader heeft geen AAN/UIT-schakelaar. De lader wordt aan- en
68
(Aan) [om aan te geven
(Uit) op het display.