6
Inbedrijfname
Aanspreekdruk
Netdruk (rustdruk)
veiligheidsventiel
≥ 6 bar
< 4,8 bar
5 bar
6 bar
≥ 8 bar
5 bar
≥ 8 bar
6 bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 7 Keuze van een geschikte drukverminderaar
5.3
Warmwatertemperatuursensor monteren
Monteer voor de meting en bewaking van de warmwatertemperatuur in
de boiler de warmwatertemperatuursensor in meetpunt [4]
( afb. 3, pagina 51).
▶ Warmwatertemperatuursensor monteren ( afb. 11, pagina 53).
Let erop, dat het sensorvlak over de gehele lengte contact heeft met
het dompelhulsvlak.
6
Inbedrijfname
OPMERKING: Schade aan de installatie door overdruk!
Door overdruk kunnen spanningsscheuren in de emaille-
ring ontstaan.
▶ Uitblaasleiding van het overstortventiel niet afslui-
ten.
▶ Alle modules en toebehoren conform de instructies van de leveran-
cier in de technische documenten in bedrijf stellen.
6.1
Boiler in bedrijf stellen
Lekdichtheidstest van de boiler uitsluitend met drinkwa-
ter uitvoeren.
De testdruk mag aan de warmwaterzijde maximaal 10 bar (150 psi)
overdruk zijn.
▶ Leidingen en boiler voor de inbedrijfstelling grondig doorspoelen
( afb. 13, pagina 53).
▶ Voer de dichtheidstest uit ( afb. 12, pagina 53).
6.2
Eigenaar instrueren
WAARSCHUWING: Verbrandingsgevaar aan de tappun-
ten van het warmwater!
Tijdens de thermische desinfectie en wanneer de warm-
watertemperatuur is ingesteld boven 60 °C, bestaat ver-
brandingsgevaar aan de warmwatertappunten.
▶ Wijs de eigenaar erop, dat hij alleen gemengd water
gebruikt.
▶ Werking en gebruik van de cv-installatie en de boiler uitleggen en op
veiligheidstechnische aspecten wijzen.
▶ Werking en controle van de veiligheidklep uitleggen.
▶ Overhandig alle bijbehorende documenten aan de gebruiker.
▶ Aanbeveling voor de eigenaar: inspectie- en onderhoudscontract
met een erkend installateur of de dienst na verkoop My Service afslui-
ten. De boiler conform de gegeven onderhoudsintervallen ( tab. 8,
pagina 43) onderhouden en jaarlijks inspecteren.
42
Drukverminderaar
in de EU
buiten de EU
niet nodig
max. 4,8 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
niet nodig
▶ Wijs de eigenaar op de volgende punten:
– Bij opwarmen kan water uit het overstortventiel ontsnappen.
– De uitblaasleiding van het overstortventiel moet altijd open wor-
den gehouden.
– Onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden ( tab. 8,
pagina 43).
– Aanbeveling bij vorstgevaar en kortstondige afwezigheid van
de eigenaar: boiler in bedrijf laten en de laagste watertempera-
tuur instellen.
7
Buitenbedrijfstelling
▶ Temperatuurregelaar op regeltoestel uitschakelen.
WAARSCHUWING: Verbranding door heet water!
▶ Boiler voldoende laten afkoelen.
▶ Boiler aftappen ( hoofdstuk 9.2.2, pagina 43).
▶ Alle modules en toebehoren van de cv-installatie conform de instruc-
ties van de leverancier in de technische documenten buiten bedrijf
stellen.
▶ Sluit de afsluiters.
▶ Maak de warmtewisselaar drukloos.
▶ Tap de warmtewisselaar af en blaas deze uit.
▶ Om te zorgen dat er geen corrosie ontstaat, de binnenruimte goed
drogen en de deksel van de inspectie-opening geopend laten.
8
Milieubescherming en afvalverwerking
Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch Groep.
Productkwaliteit, economische rendabiliteit en milieubescherming zijn
gelijkwaardige doelen voor ons. Milieuwet- en regelgeving wordt strikt
nageleefd. Ter bescherming van het milieu passen wij, met inachtne-
ming van economische gezichtspunten, de best mogelijke technieken en
materialen toe.
Verpakking
Voor wat de verpakking betreft, nemen wij deel aan de nationale verwer-
kingssystemen, die een optimale recyclage waarborgen. Alle gebruikte
verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden herge-
bruikt.
Oude ketel
Oude ketels bevatten materialen, die hergebruikt kunnen worden.
De modules kunnen gemakkelijk worden gescheiden en de kunststoffen
zijn gemarkeerd. Daardoor kunnen de verschillende componenten wor-
den gesorteerd en voor recyclage worden aangeboden.
S 120/5 – 6 720 801 708 (2015/02)