Voorzorgsmaatregelen voor installatie
WAARSCHUWING
! Zet het toestel aan de zonneklep vast met
een valbeveiligingsriem.
Als u dat niet doet, kan het toestel vallen met
mogelijk een ongeval en letsel tot gevolg.
! Als het voertuig airbags heeft, installeer het
toestel dan nooit op het deksel van een air-
bag of een andere plaats waar het de werking
van een airbag kan belemmeren. Daardoor
kan de airbag niet correct werken of het toe-
stel raken met mogelijk een ongeval of letsel
tot gevolg.
! Werk niet in direct zonlicht. Daardoor kunt u
brandwonden oplopen.
Er bestaat ook een risico op verblinding als
zonlicht door de combiner in uw richting
wordt weerkaatst. Sluit de combiner als hij
zich in direct zonlicht bevindt.
! Laat het toestel niet achter in direct zonlicht.
Verwijder de beschermfolie van de combiner
niet voordat de installatie voltooid is. De com-
biner kan licht geconcentreerd bundelen en
rook of brand veroorzaken.
! Installeer het toestel nooit op een voertuig
met een zonnedak of op een cabriolet. Het
zonlicht kan door de combiner weerkaatst en
geconcentreerd gebundeld worden.
! Gebruik de zonneklep niet op het zijvenster
als dit toestel erop bevestigd is.
LET OP
! Als het toestel wordt geïnstalleerd in een
voertuig met airbags, informeer dan bij de fa-
brikant van het voertuig naar voorzorgsmaat-
regelen voor de installatie. Er bestaat risico
op een dodelijk ongeval als de airbags gehin-
derd worden.
! Na installatie van het toestel kunnen een
lampje op de zonneklep en optionele acces-
soires op en rondom de zonneklep (zoals een
kaarthouder en een spiegel) wellicht niet
meer worden gebruikt. Controleer op voor-
hand welke accessoires aanwezig zijn in het
voertuig.
! De installatie van het toestel kan markerin-
gen op het oppervlak van de zonneklep ach-
terlaten.
! Het toestel is niet bestemd voor installatie op
de passagierszetel.
! Tijdens de installatie kunnen er deeltjes of
stof e.d. op u vallen. Kijk tijdens de installatie
onder het toestel niet recht omhoog om te
voorkomen dat er iets in uw oog valt.
! De diffuser en de combiner zijn gevoelige on-
derdelen. Raak ze niet aan met blote handen
en ook niet met gereedschap tijdens de in-
stallatie.
Vóór de installatie en
bevestiging van het toestel
Sluit het toestel eerst tijdelijk aan om te contro-
leren of het correct werkt, en installeer het pas
daarna. Controleer of de aansluiting correct is
als het toestel niet normaal werkt.
Het toestel bevestigen
! Het toestel moet worden bevestigd met
schroeven met een aanbevolen aandraaimo-
ment van 0,36 N•m tot 0,59 N•m.
! Voordat u het dubbelzijdige plakband ge-
bruikt op de aansluitdoos van de stroomka-
bel, moet u het oppervlak waarop u het wilt
plakken grondig schoonvegen.
Verbindingen
Aansluitschema
1
2
3
1 iPhone of Android-apparaat
2 USB-kabel
3 Stroomkabel
4 Naar stroomaansluiting
5 LED-indicator
6 Schakelaar stekkerformaat
7 Naar aansluiting van sigarettenaansteker
4
6
5
7
Voor gebruikers van een iPhone
! Gebruik de kabel (2) die bij de iPhone gele-
verd werd.
Laat de kabel niet in het voertuig achter. De
kabel die bij de iPhone geleverd werd, is niet
bedoeld voor gebruik in een voertuig.
Voor Android
! Gebruik een USB-microUSB-communicatie-
kabel (2) van 1 m of minder. Een oplaadka-
bel kan niet worden gebruikt.
Hoofdstuk
05
06
113
Nl