Honeywell
3.4 Inbouwpositie en doorstroomrichting
Inbouwpositie verticaal of horizontaal,
niet ondersteboven.
Bij gassen, die tot condensvorming
neigen,
doorstroomrichting van boven naar
beneden inbouwen. Condensafvoer in
de leiding gebruiken.
Wordt
de
schroefdraaduitvoering
hoeveelheidsregeling gebruikt (E200 als impulsuitgang), dan QA/QAe...G
I alleen horizontaal met telwerk boven inbouwen (telwerkkop niet naar
beneden gekanteld).
Bij meting van de omgevingslucht raden wij u aan om een filter in te
bouwen wanneer de gasstroom niet vrij van verontreiniging en stof is.
Bij nieuwe installaties raden wij u aan om een zeef (maaswijdte 0,5 mm)
direct voor de gasmeter aan te brengen om deze te beschermen tegen
verontreiniging, zoals bijvoorbeeld metalen spanen. De zeef moet uiterlijk
na 4 weken worden verwijderd.
Bij condensatie of verontreiniging in de gasstroom de quantometer niet
op het laagste punt van de leiding inbouwen.
De quantometer in een rechte leiding
inbouwen.
Inlooptraject = 3 x DN.
Uitlooptraject = 2 x DN.
Leiding
met
diameter gebruiken.
De leiding achter de quantometer mag geen vernauwingen bezitten,
zodat er geen opstuwing kan ontstaan.
Als afdichtingen kunnen alle goedgekeurde soorten platte afdichtingen
worden toegepast.
Langdurig hoge temperaturen kunnen de levensduur verkorten.
De quantometer stoot-, impuls- en trillingvrij gebruiken. Anders kan de
levensduur en meetnauwkeurigheid negatief beïnvloed worden. Letten op
een spanningsvrije inbouw.
Erop letten, dat de meter spanningsvrij uitgelijnd is.
158
de
QA/QAe
quantometer
voor
dezelfde
73018696f
in
Afb. 5 | Inbouwpositie
in
de
nominale
Afb. 6 | In- en uitlooptraject
© Elster GmbH | Alle rechten en wijzigingen voorbehouden