2.8
Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot batterijopladers
•
Lees voor gebruik van de batterijoplader alle instructies zorgvuldig.
•
Gebruik uitsluitend een voeding met de juiste spanning en frequentie. Zie de specificaties
betreffende elektriciteit op de typeplaat.
•
Gebruik de batterijoplader uitsluitend binnenshuis.
•
Stel de batterijoplader niet bloot aan vochtige of natte omstandigheden.
•
Draag de lader nooit aan het elektriciteitssnoer. Trek nooit aan het elektriciteitssnoer om de
acculader uit het stopcontact te halen. Houd het elektriciteitssnoer uit de buurt van warmte, olie en
scherpe randen.
•
Gebruik de acculader niet op een zeer licht ontvlambaar oppervlak of in een ontvlambare
omgeving.
•
Probeer niet een natte accu op te laden.
•
Bewaar de batterijoplader als deze niet wordt gebruikt in een droge, goed afgesloten ruimte en
buiten het bereik van kinderen.
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door mensen met fysieke,
zintuiglijke of geestelijke beperkingen of gebrek aan ervaring en kennis onder toezicht of na
instructies met betrekking tot veilig gebruik van het apparaat en met begrip van de mogelijke
gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen het apparaat uitsluitend
onder toezicht reinigen en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
•
Neem de minimum- en maximumoplaadtemperaturen strikt in acht. Zie paragraaf 5.2.
•
Werk niet met een beschadigde acculader (bijv. als deze is gevallen of als het elektriciteitssnoer of
de stekker is beschadigd).
•
Demonteer de acculader niet.
•
Kans op kortsluiting: bescherm de acculader tegen metalen objecten.
GTR 53* (LP) EVO 3
916.400.015_006
NL
11