Johnson Controls P266 Serie Instrucciones De Instalación página 70

9. Bij 40% van de maximale spanning controleert
u met de ampèremeter het stroomverbruik
(in ampère) van de hulpwikkelingen van
de ventilatormotor die zijn aangesloten op beide
condensatoren en noteert u het huidige verbruik
van de hulpwikkelingen bij 40% van de maximale
spanning.
10. Herhaal Stap 7, maar verhoog de spanning met
8%. Herhaal vervolgens Stap 8, Stap 9 en Stap 10
met de verhoogde spanningswaarden totdat het
stroomverbruik gelijk is aan het huidige verbruik
(maximale spanning) dat u hebt genoteerd
in Stap 4.
Opmerking: Als de motor stopt of niet soepel
draait, verlaagt u de spanningswaarde via de
DIP-switches met 4% en test u de werking van
de motor opnieuw.
11. De spanningswaarde van de DIP-switches
is nu gelijk aan de hoogste spanning
van de lagesnelheidsmodus
of de omslagspanningswaarde.
12. Houd de drukknop ingedrukt totdat de LED
drie keer knippert en laat de knop daarna los.
De omslagspanningswaarde is ingesteld
en opgeslagen in de P266-besturing.
Opmerking: Als u ook de beginspanningswaarde
voor uw P266-besturing en motor wilt bepalen
en instellen, kunt u rechtstreeks naar Stap 3
van de procedure De beginspanningswaarde
bepalen gaan.
13. Schakel de stroom naar de P266-besturing uit
en stel alle DIP-switches in op de AAN-positie
om de werking van de drukknop te blokkeren.
14. Schakel de stroom naar de P266-besturing weer
in om de normale snelheidsbesturing van de motor
te hervatten.
De beginspanningswaarde bepalen
In de testspanningsmodus kunt u ook
de beginspanningswaarde voor uw toepassing
met de P266-besturing bepalen en instellen.
Ga als volgt te werk om de beginspanningswaarde
te bepalen en in te stellen:
1. Monteer de P266-besturing en de ventilatormotor
van de condensor en sluit deze aan en stel
deze in voor werking in de testspanningsmodus.
Zie De testspanningsmodus instellen.
Opmerking: Als in uw toepassing de modus
voor gesplitste wikkelingen en de LSC-modus
worden gebruikt, sluit u de gesplitste wikkelingen
en de lagesnelheidscondensator aan volgens
de vereisten van uw toepassing (Figuur 3A
en Figuur 4A).
2. Schakel de stroom in naar de P266-besturing
(en naar de externe 24 VAC-voeding op modellen
waarbij dat nodig is). Vervolgens moet u binnen
dertig seconden nadat u de stroom hebt
ingeschakeld de drukknop drie keer indrukken
en loslaten. De LED gaat uit en blijft uit.
3. Plaats de DIP-switches zodat de totale waarde
van de switches op de AAN-posities gelijk is aan
een percentagewaarde die gelijk aan of enigszins
hoger is dan uw geschatte beginspanningswaarde.
(Als u bijvoorbeeld schat dat de beginspanning
van de motor 25% van de totale spanning is,
plaatst u de switches 16, 8, 4 en 2 op AAN.
16 + 8 + 4 + 2 = 30%, iets hoger dan uw
geschatte 25%.) De ventilatormotor accelereert
naar de snelheid bij 30% van de maximale
spanning en behoudt die snelheid.
4. Observeer de werking van de ventilatormotor
en bepaal of de motor bij de toegepaste
beginspanning op de gewenste beginsnelheid
draait:
• Als de beginsnelheid en de werking van
de motor aan de vereisten van uw toepassing
voldoen, gaat u naar Stap 5.
• Als de beginsnelheid en de werking van
de motor niet aan uw vereisten voldoen, gaat
u terug naar Stap 3 en stelt u een nieuwe
geschatte beginspanningswaarde in om
de gewenste beginsnelheid van de motor
te genereren.
5. Wanneer de motor met de gewenste
beginsnelheid (beginspanningswaarde) draait,
houd u de drukknop ingedrukt totdat de LED
twee keer knippert en laat de u knop daarna
los. De beginspanningswaarde is ingesteld
en opgeslagen in de P266-besturing.
6. Schakel de stroom naar de P266-besturing uit
en stel alle DIP-switches in op de AAN-positie
om de werking van de drukknop te blokkeren.
7. Schakel de stroom naar de P266-besturing weer
in om de normale snelheidsbesturing van de
motor te hervatten.
1-fase P266-snelheidbesturing voor condensorventilator 69