Ref. 9722304Z
3. Instructies voor de gebruiker
3.1. Eerste inwerkingsstelling
D e
i n s t a l l a t i e
e n
inwerkingsstelling moeten uitgevoerd
worden door een installateur centrale
verwarming die U alle nodige informaties
zal verschaffen over de ontsteking en de
regeling van de ketel.
De elektrische uitrusting van de ketel moet
op de aarding aangesloten worden.
Brandstoft : Uw verwarmingstoestel is
uitgerust met een brander die met stookolie
werkt.
D e
s t o o k o l i e
m o e t
onzuiverheden en water.
3.2. Bedienings-en kontrole
onderdelen
Figuur 18
1 Funktieschakelaar
2 Ketelthermostaat
3 Manometer (Installatie hydraulische
druk) - Thermometer (Ketel T°).
4 Herinschakelingsknop
(veiligheidsthermostaat).
5 Kontrolelampje werking
6 Kontrolelampje, veiligheid brander
7 Kontrolelampje, totale veiligheid
8 Herinschakeling van de
branderveiligheid
9 Ontluchter
10 Deblokkering van de circulatiepomp
11 Ledigingskraan
12 Thermostatische mengkraan
13 Polyfosfaatdoseerfles
14 Afzonderingskranen
3.3. Inwerkingstelling van de ketel
-
Zich ervan verzekeren dat de installatie met water
gevuld is en dat de druk op de manometer voldoende
h o o g i s
( t u s s e n 1 , 5 e n 2 b a r m e t g e s l o t e n
expansievat).
-
De kraan van de brandstoft voedleiding openen.
-
De funktieschakelaar op stand "sneeuwvlok" draaien
voor verwarming en sanitair warmwater, of op stand
"zon" voor sanitair warmwater alleen.
-
De ketelthermostaat regelen om de gewenste
temperatuur
van de installatie verwarming te
bekomen, zacht weer : 65 °C, gemiddeld weer : 75 °C,
koud weer : 85 °C.
I n d i e n d e i n s t a l l a t i e u i t g e r u s t i s m e t e e n
kamerthermostaat, deze op de gewenste temperatuur
zetten en de funktieschakelaar van de thermostaat op
"zon" plaatsen.
Gebruiksaanwijzing
Mazoutstookketel
d e
e e r s t e
v r i j
z i j n
v a n
Document n° 1026-1 NL ~ 30/06/2000
1
2
3
4
13
14
Figuur 18 - Bedienings-en kontrole onderdelen
O m d e k a m e r t e m p e r a t u u r t e v e r l a g e n ( b . v. :
nachtstand), de schakelaar op "maan" plaatsen, de
temperatuur zal ongeveer van 4°C zakken.
Als de ketel niet vertrek
-
Kontroleren of de kamerthermostaat, als die bestaat,
in aanvraag is.
-
Kontroleren of de ketelthermostaat, in aanvraag is
-
Kontroleren dat het lampje niet brandt en dat de
oververhittingsveiligheid niet ingeschakeld is. Als dit
het geval is, de thermostat herwapenen (zie hierna §
Veiligheid ketel)
-
Kontroleren dat het lampje niet brandt en dat de
brander niet in veiligheid staat. Als het kontrolelampje
b r a n d t s t a a t h i j i n v e i l i g h e i d , h e m o p n i e u w
inschakelen. (Zie hierna § veiligheid brander)
Sunasanit 3023I
5
6
7
8
9
10
12
11
13