Sunasanit 3023I
3.4. Veiligheid ketel
Wanneer de temperatuur in het verwarmingslichaam
boven de 110°C gaat, is de ketel beveiligd door een
veiligheidsthermostaat, de kontrolelamp aan is.
De voorkant van de ketel afnemen, de knop losdraaien
en herwapenen wanneer de watertemperatuur opnieuw
normaal geworden is.Indien dit incident zich herhaalt,
de installateur verwittigen.
3.5. Veiligheid brander
Wanneer het kontrolelampje van de brander aangaat,
wordt deze laatste door zijn veiligheidssysteem
geblokkeerd, de voorkant van de ketel afnemen en de
brander herwapenen.
Indien dit incident zich herhaalt, het volgende
kontroleren :
- De kraan van de voedleiding openen is.
- Het stookolieniveau in de tank kontroleren ; indien dit
normaal is, de filter reinigen die op de leiding staat.
A l s d e b r a n d e r d a n n o g n i e t g a a t , n a d a t h i j
heringeschakeld is geworden, de chauffagist roepen.
3.6. Stopzetten van de ketel en de brander
In geval van een korte stilstand : de funkties schakelaar
van het bedieningsbord op " 0 " zetten.
In geval van een lange stilstand : de hoofdschakelaar
van de verwarming uitschakelen en de mazoutvoeding
sluiten.
Wanneer er vorstgevaar is, de installatie ledigen.
3.7. Ledigen van de ketel
D e a ft a pk ran e n bo v en a a n de installatie en de
ledigingskraan van de ketel openen.
3.8. Regelmatige kontrole
Gedurende de werking van de ketel mag er in de
stookruimte geen rook uit de ketel of het rookkanaal
ontsnappen.
14
Mazoutstookketel
Het mazoutverbruik en de staat van de mazouttank
moeten regelmatig gekontroleerd worden teneinde een
lek dadelijk op te sporen.
Om de drie maanden de filter van de mazoutvoeding
reinigen.
In geval van abnormale werking, de elektrische voeding
uitschakelen, de mazoutkraan sluiten en onmiddellijk
Uw installateur raadplegen.
De polyfosfaatdoseerfles (k. 11, fig. 19, bl. 16) moet
altijd minimum half vol zijn. Als het niveau lager is, zoals
volgt polyfosfaat bijdoen :
-
De waterdoorgang in de installatie afsluiten.
-
De druk in de doseerfles laten weggaan door de kraan
van het watmwater te openen. Indien dit niet gedaan
wordt is het moeilijk de doseerfles te openen, deze
laatste kan dan ook breken.
-
De doseerfles isoleren dank zij de twee kranen (k. 57,
fig. 19, bl. 16) die erop staan.
-
De doseerfles losdraaien met de geleverde sleutelen
en met polyfosfaatzout bijvullen.
-
De doseerfles terug vastdraaien. Kontroleren dat de
schroefdraden goed overeenkomen en dat de torische
v o e g i n z i jn lo g e r in g l ig t. Opp a ss e n vo o r de
polyfosfaatkristalletjesdie de voeg zouden kunnen
beschadigen met de mogelijkheid van waterlekken.
-
Opnieuw de twee kraantjes openen en het water
langsaam in de doseerfles laten lopen.
3.9. Onderhoudsinstrukties
De onderhoudsoperaties moeten regelmatig gedaan
w o r d e n
verwarmingsinstallatie in alle veiligheid te waarborgen.
De stookketel en de brander moeten 1 tot 2 keren per
jaar gereinigd en gekontroleerd worden en dit volgens
de gebruiksomstandigheden.
Dit onderhoud dient uitgevoerd te worden door een
vakman, die tevens de veiligheidselementen van de
ketel en de installatie zal kontroleren.
De schoorsteen moet 1 tot 2 maal per jaar door een
vakman gereinigd worden.
Document n° 1026-1 NL ~ 30/06/2000
t e n
e i n d e
d e
w e r k i n g
Ref. 9722304Z
v a n
d e
Gebruiksaanwijzing