3
2
Ten minste 15 cm
Luchtuitlaat
A
B
Afbeelding 1
G
LET OP
Deze afbeelding dient uitsluitend ter verduidelijking en indicatie. De afbeelding kan afwijken van
de airconditioning die u hebt gekocht.
3.
WERKZAAMHEDEN VOOR DE INSTALLATIE VAN DE AIRCONDITIONER
voor de SC41xx & SC5xxx modellen
a.
B epaal de plaats waar het binnendeel en het buitendeel geïnstalleerd kunnen worden. Zie hoofdstuk
5 en 6.
G
LET OP
• Houd rekening met de plaats waar het condenswater naartoe kan worden afgevoerd.
• De afstand tussen binnendeel een buitendeel mag maximaal 4 meter bedragen i.v.m. de lengte
van de leidingen.
b.
Monteer de montageplaat van het binnendeel. Zie hoofdstuk 7.1
c.
Boor een gat naar buiten waar de leidingen kunnen worden doorgevoerd. Zie hoofdstuk 7.2
d.
V oer de leidingen van het binnendeel door het gat in de wand en hang het binnendeel, met de aan
de achterzijde aanwezige haken, op de bovenste haken van de installatieplaat en controleer of de
unit stevig vast zit. Klik de onderste haken nog niet vast.
G
Het leiding pakket welke aan het binnendeel gekoppeld is, is zwaar. Laat het leidingpakket nooit
los aan het binnendeel hangen. Ondersteun het gehele leidingpakket tijdens de montage van het
binnendeel. Door het gewicht van het leidingpakket kunnen de leidingen van het binnendeel en
de leidingen van het leidingpakket eenvoudig buigen of zelfs breken. Beschadigde leidingen van
het binnendeel en het leidingpakket ontstaan door ondeskundige installatie vallen niet onder de
garantie.
1
86
1
6
Wireless smart kit
Afstandsbediening
Bevestigingsschroef
7
B ST 2,9 x 10-C-H
8
Houder afstandsbediening
Afdekplaatje
C
Het buigen van de koelleidingen aan de achterkant van het apparaat moet uiterst zorgvuldig gebeuren!
De leidingen zijn van koper. Als het gemarkeerde gedeelte meermaals wordt gebogen, barst het koper als
gevolg van een fysisch proces. Door dergelijke barsten kan koudemiddel weglekken; dit wordt niet door de
garantie gedekt. Zie afbeelding 2.
Niet buigen!
Buig hier
(slechts 1x)
9
e.
V oer de condenswaterslang door het gat in de muur en sluit deze aan op de slang welke aan het
binnendeel gemonteerd zit. Zie hoofdstuk 9.1
G
TIP
De condenswaterslang kan gemakkelijker worden aangebracht door de binnenunit aan de
onderzijde ongeveer 5 cm van de wand af te trekken en deze ruimte tijdelijk op te vullen met
een opvulmateriaal zodat de unit niet tegen de wand terug zakt. Zie afbeelding 3.
f.
Klik nu ook de onderste haken van het binnendeel aan de haken van de montageplaat.
g.
Plaats het buitendeel zie hoofdstuk 5.2
h.
V erbind de "quick connector" koppeling met de koppeling op het buitendeel. Sluit vervolgens de
stroomkabel met aardedraad tussen binnen –en buitendeel aan. Zie hoofdstuk 8.
i.
Controleer de airconditioner op een eventuele koudemiddellekkage. Zie hoofdstuk 13.
j.
Controleer of de airconditioner goed is geïnstalleerd.
k.
S luit de stekker van de voedingskabel op de stroomvoorziening aan (S3748 - SC3748 modellen dienen
direct op de voedingsbron te worden aangesloten zonder gebruik te maken van een stekker.) en
controleer de airconditioner op een goede werking. Zie hoofdstuk 11.1
4.
WERKZAAMHEDEN VOOR DE INSTALLATIE VAN DE AIRCONDITIONER
voor de S41xx & S5xxx modellen
a.
B epaal de plaats waar het binnendeel en het buitendeel geïnstalleerd kunnen worden. Zie hoofdstuk
5 en 6.
b.
Monteer de montageplaat van het binnendeel. Zie hoofdstuk 7.1.
c.
Boor een gat naar buiten waar de leidingen kunnen worden doorgevoerd. Zie hoofdstuk 7.2.
d.
H ang het binnendeel, met de aan de achterzijde aanwezige haken, op de bovenste haken van de
installatieplaat en controleer of de unit stevig vast zit. Klik de onderste haken nog niet vast.
G
LET OP
Bij een uitloop van de leidingen naar rechtsachter dienen de leidingen, gelijktijdig met het
ophangen van het binnendeel, door het geboorde gat gevoerd te worden.
Buig hier
(slechts 1x)
Afbeelding 2
1
87