6.
Zorg dat u stevig staat op hellingen.
7.
Loop gewoon en ren niet.
Werk nooit op een ladder of in een boom om te
8.
voorkomen dat u de controle over het gereed-
schap verliest.
9.
Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is
gevallen, controleert u de staat ervan voordat u de
werkzaamheden hervat. Controleer de bedienings-
elementen en veiligheidsvoorzieningen op een
juiste werking. Als enige beschadiging zichtbaar is
of u twijfelt, vraagt u ons erkende servicecentrum
om inspectie en reparatie.
10. Neem een pauze om te voorkomen dat u door
vermoeidheid de controle over het gereed-
schap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20
minuten te rusten.
11.
Wanneer u het gereedschap achterlaat, al is
het maar even, verwijdert u altijd de accu. Een
onbeheerd gereedschap met een aangebrachte
accu kan door onbevoegden worden gebruikt en
tot een ernstig ongeval leiden.
12. Als gras of takken bekneld raken tussen het
snijgarnituur en de beschermkap, schakelt u
altijd het gereedschap uit en verwijdert u de
accu voordat u ze verwijdert. Als u dat niet doet,
kan het snijgarnituur onbedoeld gaan ronddraaien
en ernstig letsel veroorzaken.
13. Raak gevaarlijke, bewegende delen nooit aan
voordat de bewegende delen volledig tot stil-
stand zijn gekomen en de accu is verwijderd.
14. Als het snijgarnituur een steen of ander hard
voorwerp raakt, schakelt u het gereedschap
onmiddellijk uit. Verwijder daarna de accu en
inspecteer het snijgarnituur.
15. Controleer het snijgarnituur tijdens gebruik
veelvuldig op barsten of beschadigingen.
Voordat u inspecteert, verwijdert u de accu
en wacht u tot het snijgarnituur volledig tot
stilstand is gekomen. Vervang een beschadigd
snijgarnituur onmiddellijk, ook wanneer het
slechts oppervlakkige barsten vertoont.
16. Werk nooit boven heuphoogte.
17. Nadat u het gereedschap hebt ingeschakeld,
wacht u tot het snijgarnituur een constant
toerental heeft bereikt alvorens het maaien te
starten.
18. Bij gebruik van een metalen snijblad, zwaait u
het gereedschap gelijkmatig in halve cirkels
van rechts naar links, zoals een zeis wordt
gebruikt.
19. Houd het elektrisch gereedschap alleen vast bij het
geïsoleerde oppervlak omdat het metalen snijblad
met verborgen bedrading in aanraking kan komen.
Wanneer het metalen snijblad in aanraking komt met
onder spanning staande draden, zullen de niet-geïso-
leerde metalen delen van het gereedschap onder span-
ning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische
schok kan krijgen.
20. Schakel het gereedschap niet in wanneer
gemaaid gras verstrikt is geraakt rondom het
metalen snijblad.
21. Alvorens het gereedschap in te schakelen, ver-
zekert u zich ervan dat het gereedschap niet
de grond of andere obstakels, zoals een boom,
raakt.
22. Houd tijdens gebruik het gereedschap altijd met
twee handen vast. Houd het gereedschap tijdens
het gebruik nooit met slechts één hand vast.
23. Bedien het gereedschap niet tijdens slecht
weer of als de kans op bliksem bestaat.
24. Als u het gereedschap op een modderige
ondergrond, natte helling of gladde plaats
gebruikt, let u erop dat u stevig staat.
25. Vermijd werken in een ongunstige omgeving
waarin een verhoogde vermoeidheid van de
gebruiker kan worden verwacht.
26. Gebruik het gereedschap niet bij slecht weer
waarin het zicht beperkt is. Als u zich hier niet
aan houdt, kan dat een val of verkeerde bediening
veroorzaken als gevolg van het slechte zicht.
27. Dompel het gereedschap niet onder in een
waterplas.
28. Laat het gereedschap niet onbeheerd buiten in
de regen staan.
29. Wanneer natte bladeren of vuil blijft kleven aan
de aanzuigmond (ventilatieopening) als gevolg
van de regen, verwijdert u deze.
30. Gebruik het gereedschap niet in de sneeuw.
Snijgarnituren
Gebruik geen snijgarnituur dat niet is aanbevo-
1.
len door ons.
2.
Gebruik een geschikt snijgarnituur voor de
geplande werkzaamheden.
—
Nylondraad-snijkoppen (graskantmaaierkop-
pen) en kunststof snijbladen zijn geschikt
voor het maaien van gazongras.
—
Metalen snijbladen zijn geschikt voor het
maaien van onkruiden, hoog gras, struiken,
heesters, ondergroei, bosjes en dergelijke.
—
Gebruik nooit andere snijbladen, waaronder
metalen meerdelige kettingen en vlegelmes-
sen. Dit kan leiden tot ernstig letsel.
3.
Gebruik uitsluitend een snijgarnituur dat is
gemarkeerd met een toerental dat gelijk is aan
of hoger is dan het toerental aangegeven op
het gereedschap.
4.
Houd altijd uw handen, gezicht en kleding uit de
buurt van het snijgarnituur wanneer dit ronddraait.
Als u dit niet doet, kan persoonlijk letsel ontstaan.
5.
Gebruik altijd de beschermkap van het snijgar-
nituur die geschikt is voor het snijgarnituur dat
u gebruikt.
6.
Voorkom bij gebruik van een metalen snijblad
dat terugslag kan optreden en wees altijd voor-
bereid op per ongeluk optredende terugslag.
Raadpleeg de tekst onder het kopje Terugslag.
7.
Als het gereedschap niet in gebruik is,
brengt u altijd de schede aan om het snijblad.
Verwijder de schede vóór gebruik.
Terugslag (stoot van het snijblad)
1.
Terugslag (stoot van het snijblad) is een plot-
selinge reactie op een klemmend of vastgelo-
pen metalen snijblad. Zodra dit optreed wordt
het gereedschap met grote kracht zijwaarts of
in de richting van de gebruiker geworpen en
kan het ernstig letsel veroorzaken.
80 NEDERLANDS