NL
3.6 Verwijderen en aanbrengen van de voorwielen
Om de voorwielen te verwijderen, de knop aan de wieldrager (afb . 12, nr . 1) in-
drukken en tegelijkertijd de wieleenheid van het frame trekken (afb . 12, nr . 2) .
Om de voorwielen aan te brengen, steekt u de verticale as in het gat van de
betreffende wieldrager tot hij zich hoorbaar vergrendelt . Controleer door er met
de hand aan te trekken of beide voorwielen stevig met het frame verbonden zijn .
3.7 Verwijderen en aanbrengen van de achterwielen
Om de achterwielen te verwijderen, de knop aan de wieldrager (afb . 13, nr . 1)
uittrekken en tegelijkertijd de wieleenheid van het frame trekken (afb . 13, nr . 2) .
Om de achterwielen aan te brengen, steekt u de verticale as in het gat van de
betreffende wieldrager tot hij zich hoorbaar vergrendelt .
Controleer door er met de hand aan te trekken of beide achterwielen stevig met
het frame verbonden zijn .
3.8 Vastzetten van de zwenk waren voorwielen
Zet de voorwielen in de vooruit-stand en druk vervolgens de vastzetknoppen
(afb . 14, nr . 1) links en rechts van de wieleenheden naar beneden .
Om de zwenkblokkering van de wielen vrij te geven drukt u de beide vastzet-
knoppen naar boven (afb . 14, nr . 2) .
3.9 Bediening van de vastzetrem
Om de vastzetrem te gebruiken drukt u het rechter rempedaal naar beneden
(afb . 15, STOP) .
Laat de kinderwagen niet los, tot dat u zich ervan verzekerd heeft dat beide rem-
men vergrendeld zijn .
Om de vastzetrem vrij te geven, drukt u het linker rempedaal naar beneden
(afb . 16, GO) .
35