Figuur 4.
DL065, DL100 en DL200 sensoren
Spoelaansluiting (optie)
Plaatje met
goedkeuringen
Pijl stromingsrichting
Procesaansluiting
STAP 1.
Locatiekeuze
De sensor kan op elk punt in de procesleiding worden ingebouwd, zolang
aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
•
Voordat u de sensor in werking stelt, moet u de flow door de sensor
kunnen stopzetten. (Tijdens het instellen van het nulpunt moet de flow
geheel stilliggen, tevens moet de sensor geheel gevuld zijn met
procesmedium.)
•
Tijdens bedrijf moet de sensor met procesmedium gevuld blijven.
•
De omgeving waarin de sensor wordt geïnstalleerd, moet vallen
binnen de classificatie die staat aangegeven op het plaatje met
goedkeuringen op de sensor (zie figuur 1- 4).
Kies een locatie voor de sensor op basis van de eisen uit dit hoofdstuk.
Aardschroef
Sensorbehuizing
Plaatje met
kalibratie
Spoelaansluiting (optie)
Procesaansluiting
Aansluitdoos
59