Tabel A - Instelling van de "wind"-drempel
(*1)
0 / 8
Maximale < < < < < < < < < Middelhoge > > > > > > > > > Minimale
(*2)
(*1) - Stand van de trimmer "Drempel" (4 / C = in de fabriek ingestelde waarde).
(*2) - Gevoeligheid: Maximale gevoeligheid = het apparaat reageert op alle
vibraties, inclusief de zwakkere trillingen; Minimale gevoeligheid = het apparaat
reageert alleen op de sterkste trillingen.
5 - OPSLAG VAN DE SENSOR IN DE ONTVANGER VAN
DE MOTOR
Net als voor eender welke andere ontvanger is het ook voor deze sensor noodzakelijk
de radiocode ervan op te slaan in de ontvanger van de motor die moet worden aan-
gestuurd, zodat de sensor "via radio" instructies kan verzenden. Om de sensor op te
slaan, dient u de procedure "Modus I", beschreven in de handleiding van de buismotor
of van de bijbehorende ontvanger, te volgen. Als alternatief is het ook mogelijk de vol-
gende opslagprocedure te gebruiken.
• Procedure voor opslag van volgende zenders wanneer er reeds
een zender is opgeslagen (afb. 8)
Waarschuwing – Deze procedure kan alleen worden gebruikt als er in de buismotor al
één of meer radiocodes zijn opgeslagen.
■ 01. Houd gedurende 10 seconden de toets "P" (afb. 7) van de nieuwe sensor die
moet worden opgeslagen, ingedrukt. ■ 02. Druk 3 maal (langzaam) op de toets van
een oude zender die al opgeslagen is in de motor. ■ 03. Druk opnieuw op de toets
"P" van de sensor die moet worden opgeslagen en controleer of de motor 3 signale-
ringen geeft(*) (= opslag gerealiseerd). Waarschuwing – Als het geheugen vol is, geeft
de motor 6 signaleringen(*) die aangeven dat het niet mogelijk is om de nieuwe sen-
sor op te slaan.
(*) – De signaleringen kunnen geluiden (pieptoon) of korte bewegingen zijn (afhankelijk
van het model van de motor).
• Controle op het al dan niet opslaan van de sensor (afb. 9)
■ 01. Schakel de elektrische voeding naar de motor uit; wacht 2 seconden en schakel
de voeding opnieuw in. ■ 02. Regel een manoeuvre en druk tijdens de uitvoering ervan
op de toets "P" van de sensor. Controleer vervolgens of de motor het manoeuvre on-
middellijk stopzet (= sensor opgeslagen).
6 - IJKEN VAN DE SENSOR
Na de opslagprocedure moeten de sensor geijkt worden; volg daartoe de volgende
procedures.
3 – Nederlands
1 / 9
2 / A
3 / B
4 / C
5 / D
6 / E
7 / F