• het huidige setpoint, als de led L3 brandt
• de timer, als de tekst "min" brandt
NB: Als de toets 5 ingedrukt en meteen losgelaten wordt, geeft
het display de tekst (Pbb) weer: deze melding is voorbehouden
aan de fabrikant. Om af te sluiten moet de toets 5 ingedrukt en
meteen weer losgelaten worden.
Alarmen
De thermostaat heeft de volgende alarmen:
• Alarm wegens fout regelsonde
Dit alarm treedt op vanwege slechte werking of foutieve ver-
binding van de sonde. Het wordt op het display gesignaleerd
door de tekst "Pr1" afwisselend met de normale weergave, do-
ordat de Alarm-led gaat branden en door het geluidssignaal.
Om veiligheidsredenen wordt de verwarming uitgeschakeld. Bij
dit alarm is tussenkomst door gekwalificeerd personeel nodig.
• Alarm wegens een fout van de temperatuursonde van de
kaart
Dit alarm treedt op als de sonde op de elektronische kaart
slecht functioneert. Het wordt op het display gesignaleerd door
de tekst "Pr1" afwisselend met de normale weergave, door-
dat de Alarm-led gaat branden en door het geluidssignaal. Om
veiligheidsredenen wordt de verwarming uitgeschakeld. Bij dit
alarm is tussenkomst door gekwalificeerd personeel nodig.
• Temperatuuralarm kaart
Dit treedt op bij abnormale verwarming van de elektronische
kaart. Het wordt op het display gesignaleerd door de tekst "Ht"
afwisselend met de normale weergave, doordat de Alarm-led
gaat branden en door het geluidssignaal dat afgezet kan wor-
den door op een willekeurige toets te drukken. De melding "Ht"
verdwijnt echter alleen als de temperatuur terugkeert binnen
de voorziene parameters. Hoewel het apparaat blijft functio-
neren, is het bij het optreden van dit alarm raadzaam snel een
controle te laten verrichten door gekwalificeerd personeel.
• Temperatuuralarm olie
Dit alarm treedt op als de olie een te hoge temperatuur be-
reikt ten opzichte van de temperatuur die is ingesteld met het
setpoint. Het wordt op het display gesignaleerd door de tekst
"AL" afwisselend met de normale weergave, doordat de Alarm-
led gaat branden en door het geluidssignaal dat afgezet kan
worden door op een willekeurige toets te drukken. De melding
"AL" verdwijnt echter alleen als de temperatuur terugkeert bin-
nen de voorziene parameters. Hoewel het apparaat blijft fun-
ctioneren, is het bij het optreden van dit alarm raadzaam snel
een controle te laten verrichten door gekwalificeerd personeel.
Betekenis van led L1, L2, L3
De leds gaan branden overeenkomstig de bedrijfsfasen, zoals
hieronder
L1
Modus A (voorverwarming)
Modus B (conservering)
Modus C (regeling)
aangegeven:
Knipperend
Brandt bij een temperatuur
tussen 100 +/- 5°C. Knippert
als de temperatuur geduren-
de meer dan 20 seconden
buiten 100 +/- 5°C ligt.
Brandt als de temperatuur
na het bereiken van het
setpoint binnen het setpoint
+/- 5°C ligt. Knippert totdat
het setpoint bereikt wordt,
en vervolgens wanneer de
temperatuur
gedurende
meer dan 20 seconden bui-
ten het setpoint +/- 5°C ligt.
L2
Modus A (voorverwarming)
Modus B (conservering)
Modus C (regeling)
L3
Instelling van het setpoint
Weergave setpoint door
middel van toets 5
14 PERIODES WAARIN HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
Doe het volgende als het apparaat een tijd niet zal worden ge-
bruikt:
• Maak het apparaat grondig schoon.
• Wrijf alle roestvrij stalen oppervlakken in met een doek met
vaselineolie, zodat er een beschermend laagje wordt aange-
bracht.
• Laat de deksels open staan.
• Draai kranen dicht en zet hoofdschakelaars uit die vóór het
apparaat zijn geplaatst.
Doe het volgende als het apparaat lange tijd niet is gebruikt:
• Controleer het apparaat, alvorens het weer te gebruiken.
• Laat elektrische apparaten gedurende minstens 60 minuten
functioneren op de laagste temperatuur.
INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Maak de gesatineerde buitenkant van roestvrij staal, het op-
pervlak van de bereidingsbakken en het oppervlak van de
kookplaten iedere dag schoon.
• Laat de inwendige delen van het apparaat minstens tweema-
al per jaar schoonmaken door een geautoriseerd technicus.
• Reinig het apparaat niet met directe waterstralen of stralen
met hoge druk.
• Gebruik geen bijtende producten om de vloer onder het ap-
paraat schoon te maken.
• Maak de oppervlakken schoon met geen ontvlambare ma-
terialen.
GESATINEERDE OPPERVLAKKEN VAN ROESTVRIJ STA-
AL
• Maak de oppervlakken schoon met een doek of spons en
water en gewone, niet-schurende reinigingsmiddelen. Wrijf
de doek in de richting van de satinering. Spoel de doek vaak
uit, en maak het apparaat vervolgens goed droog.
• Gebruik geen schuursponzen of andere voorwerpen van
ijzer.
• Gebruik geen chemische producten die chloor bevatten.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen, die de oppervlakken kun-
nen krassen of beschadigen.
BEREIDINGSBAKKEN
• Maak de bakken schoon door het water aan de kook te bren-
gen, en voeg hieraan eventueel ontvettende producten toe.
• Verwijder eventuele kalkafzettingen met geschikte producten.
15
FILTERS
Door oliefilters te gebruiken wordt de levensduur verlengd en
wordt, bij hergebruik, een betere bereiding van het voedsel
Knipperend
Brandt
Uit
Knipperend
Brandt
79