MONTAGE
LET OP:
Verzeker u er altijd van dat het
gereedschap is uitgeschakeld en de accu is ver-
wijderd voordat u enige werkzaamheden aan het
gereedschap uitvoert.
Het eindmondstuk aanbrengen
Lijn de driehoekmarkering op het eindmondstuk uit met
de driehoekmarkering op de voorpijp, steek daarna het
eindmondstuk op de voorpijp en verdraai tenslotte het
eindmondstuk om hem op zijn plaats te vergrendelen.
Breng het eindmondstuk zodanig aan dat de punt van
het mondstuk omlaag gericht is. Afhankelijk van de wer-
komgeving kunt u het eindmondstuk zodanig aanbren-
gen dat de punt van het mondstuk omhoog gericht is.
► Fig.1: 1. Driehoek-markering 2. Eindmondstuk 3. Voorpijp
Om het eindmondstuk te verwijderen, volgt u de proce-
dure voor het aanbrengen in de omgekeerde volgorde.
OPMERKING: De lengte van het mondstuk kan
worden veranderd door het mondstuk te verschuiven
zoals aangegeven in de afbeelding.
► Fig.2: 1. Eindmondstuk 2. Voorpijp
Het platte mondstuk of de
verlengpijp aanbrengen
Optioneel accessoire
1.
Lijn de groef in de adapterpijp uit met het uitsteek-
sel op de voorpijp, steek daarna de adapterpijp op de
voorpijp en verdraai deze tenslotte om hem op zijn
plaats te vergrendelen.
► Fig.3: 1. Adapterpijp 2. Voorpijp
2.
Lijn de groef in het platte mondstuk of de verlengpijp
uit met het uitsteeksel op de adapterpijp, steek daarna het
platte mondstuk of de verlengpijp op de adapterpijp en ver-
draai deze tenslotte om hem op zijn plaats te vergrendelen.
► Fig.4: 1. Platte mondstuk 2. Verlengpijp
3. Adapterpijp
De dakgootset aanbrengen
Optioneel accessoire
1.
Lijn de groef in de adapterpijp uit met het uitsteek-
sel op de voorpijp, steek daarna de adapterpijp op de
voorpijp en verdraai deze tenslotte om hem op zijn
plaats te vergrendelen.
Steek de adapterpijp zo ver mogelijk erop zodat het
uitsteeksel in de verste groef van de adapterpijp valt.
► Fig.5: 1. Schroef 2. Slangklem 3. Adapterpijp
4. Voorpijp
2.
Draai de schroeven van de slangklemmen los en
steek eerst de grote slangklem op de adapterpijp en
daarna de kleine slangklem.
3.
Breng de verlengpijp aan op de adapterpijp.
Lijn de groef op de verlengpijp uit met het uitsteeksel op de
adapterpijp en schuif daarna de verlengpijp langs zijn groef
zodat de driehoekmarkeringen tegenover elkaar staan.
► Fig.6: 1. Verlengpijp 2. Adapterpijp
4.
Plaats de slangklemmen in de groeven, zoals
afgebeeld, en draai de schroeven aan.
► Fig.7: 1. Schroef 2. Slangklem
5.
Afhankelijk van de werkhoogte, brengt u de rest
van de verlengpijpen aan op de verlengpijp die al is
aangebracht.
LET OP:
Breng geen verdere verlengpijpen
aan als de totale lengte, inclusief de bladblazer
zelf, langer is dan 4 meter.
6.
Draai het uiteinde van het eindmondstuk zoals
aangegeven in de afbeelding.
► Fig.8
7.
Sluit het eindmondstuk aan op de verlengpijp.
Bij het aanbrengen lijnt u de driehoekmarkering op het
eindmondstuk uit met dat op de verlengpijp, en duwt
u vervolgens het eindmondstuk erop tot het wordt ver-
grendeld. Verdraai daarna het eindmondstuk naar de
gewenste stand voor uw werkzaamheden.
► Fig.9: 1. Eindmondstuk 2. Verlengpijp
3. Driehoekmarkering
Bij het verwijderen van het eindmondstuk, lijnt u de
driehoekmarkeringen op het eindmondstuk en de ver-
lengpijp met elkaar uit, en trekt u vervolgens het eind-
mondstuk van de verlengpijp af.
► Fig.10: 1. Eindmondstuk 2. Verlengpijp
3. Driehoekmarkering
De schouderriem bevestigen
LET OP:
Wanneer u het gereedschap gebruikt
in combinatie met de ruggedragen voeding, zoals
de draagbare voedingseenheid, gebruikt u het
schouderdraagstel dat bij het gereedschap werd
geleverd niet, maar gebruikt u de draagriem die
wordt aanbevolen door Makita.
Als u het schouderdraagstel dat bij het gereedschap
werd geleverd en het schouderdraagstel van de
ruggedragen voedingseenheid tegelijkertijd aantrekt,
is het lastig om het gereedschap of de ruggedragen
voedingseenheid te verwijderen in geval van nood,
waardoor een ongeval of letsel kan ontstaan. Vraag
een erkend Makita-servicecentrum naar de aanbevo-
len draagriem.
LET OP:
Verzeker u ervan dat de haken van
de schouderriem goed aan het gereedschap zijn
bevestigd. Als de haken onvolledig worden beves-
tigd, kunnen ze losraken en letsel veroorzaken.
LET OP:
Verzeker u ervan de schouderriem
te gebruiken die specifiek voor dit gereedschap
bedoeld is. Als u een andere schouderriem gebruikt,
kan letsel worden veroorzaakt.
Bevestig de haken van de schouderriem aan het
gereedschap zoals aangegeven in de afbeelding.
► Fig.11: 1. Haak
U kunt de schouderriem ook aan het gereedschap
bevestigen zoals aangegeven in de afbeelding door
één uiteinde van de schouderriem te bevestigen aan de
gesp van de schouderriem.
► Fig.12: 1. Gesp
50 NEDERLANDS