AFKORTINGEN
Zie de volgende lijst voor de in deze handleiding gebruikte afkortingen en hun betekenis.
Afkorting
2WD
Auto's met 2-wielaandrijving
4WD
Auto's met 4-wielaandrijving
A/C
Airconditioning
A/T
Automatische transmissie
ACC
Accessoire
CKP
Krukaspositie
CMP
Nokkenaspositie
DLC
Data-verbindingsaansluiting
DRL
Dagverlichting (indien aanwezig)
ECM
Motorregelapparaat
ECT
Motorkoelstoftemperatuur
EGR
Uitlaatgas-hercirculatie
IAC
Stationair luchtregeling
IAT
Inlaatluchttemperatuur
ICM
Immobi
Bedieningsmodule
IG
Ontsteking
ILL
Verlichting
Symbool
Draadkleur
Symbool
BLK
Zwart
ORN
Blauw
BLU
RED
Bruin
BRN
WHT
GRN
Groen
GRY
Grijs
PNK
LT BLU
Licht blauw
Licht groen
LT GRN
GRN (Basiskleur)
GRN (Basiskleur)
YEL (Streepkleur)
Símbolo
GRN
GRN/YEL : Groen/Geel
Betekenis
SYMBOLEN VOOR DRAAD-
Draadkleur
Oranje
KLEUREN
Rood
Kleuren worden aangegeven met de hier links vermelde drie
Wit
letter(s).
Geel
YEL
Roze
Paarst
PPL
Er zijn twee soorten gekleurde draden: met een enkele kleur en
met twee kleuren (met een streep). Bij draden met twee
kleuren, geven de eerste drie letters ("GRN" in het voorbeeld
hier links) de basiskleur aan (de kleur van de isolatie van de
draad) en de volgende letters ("YEL" in het voorbeeld) de kleur
GRN/YEL
van de streep.
: Groen
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEDING 8A-1-71
Afkorting
IND
Indicator
INT
Met tussenpozen
J/C
Verbindingsaansluiting
LH (D)
Stuur links(voertuig)
LO
Laag
M/T
Handgeschakelde transmissie
MAP
Spruitstuk absolute druk
O/D
Overdrive
PCM
Aandrijving Bedieningsmodule
P/N
Power/Normaal
P/S
Stuurbekrachtiging
RH (D)
Stuur rechts (voertuig)
ST
Starter
TCC
Koppelconverterkoppeling
TCM
Transmissie bedieningsmodule
VSV
Vacuümschakelklep
W/S
Gelaste verbinding
Betekenis