HOE STEKKERS WORDEN AANGEGEVEN EN HOE DEZE
GELEZEN MOETEN WORDEN
De stekkers worden zoals hieronder afgebeeld aangeduid in de sectie "SYSTEEMCIRCUITDIAGRAM". Voor
de vorm en de penposities van de diverse stekkers die in deze handleiding gebruikt worden, dient u de "LIJST
VAN AANSLUITINGEN" te raadplegen. Hieronder wordt beschreven hoe ze worden aangeduid en hoe u ze
moet aflezen.
1. · De mannelijke aansluiting en de vrouwelijke aansluiting kunt u herkennen aan respectievelijk een dubbele
en een enkele uitsparing.
· De tussenstekker die bedradingsbundels met elkaar verbindt wordt afgebeeld met zowel de mannelijke
als de vrouwelijke vorm van de aansluiting terwijl een stekker die direct op de apparatuur moet worden
aangesloten alleen wordt afgebeeld met de vorm van de stekken die aan de bedradingsbundel zit.
· De stekkers en aansluitingen die in deze handleiding worden beschreven zijn altijd "stekkers aan de
bedradingsbundel", gezien uit de richting zoals hier rechts is afgebeeld.
Mannelijke aansluiting
4
8
Vrouwelijke aansluiting
1 2 3 4
5 6 7 8
Nummer aansluiting
2. · Er zijn drie soorten stekkers, onderverdeeld naar de wijze van aansluiten, zoals voor elk type hieronder is
afgebeeld.
· Om direct in de apparatuur te steken.
· Om aan te sluiten op de bedradingsbundel van de apparatuur.
· Om bedradingsbundels op elkaar aan te sluiten (tussenstekker).
A40
3
2
1
7
6
5
A40
D18
D18
Raadpleeg de sectie "LIJST VAN AANSLUITINGEN" voor
de penposities behorend bij deze code (D18-5).
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEDING 8A-1-73
Nummer aansluiting
5
Dit geeft aan dat deze identiek zijn.
B15
1··
2