6.3
Buiten bedrijf stellen van het toestel
VOORZICHTIG
Tap het toestel en de installatie af, als de netspanning
is onderbroken en er kans is op bevriezing.
1.
Neem de steker uit de wandcontactdoos.
2.
Tap het toestel af met de vul-/aftapkraan.
3.
Tap de installatie af op het laagste punt.
4.
Sluit de hoofdkraan voor de watertoevoer van het warmwatergedeelte.
5.
Tap het toestel af door de tapwater koppelingen onder het toestel los te nemen.
6.
Ledig de sifon.
Vorstbeveiliging
Om bevriezing van de condensafvoer leiding te voorkomen, moet het toestel in een
•
vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden.
Om bevriezing van het toestel te voorkomen is het toestel voorzien van een
•
vorstbeveiliging. Als de temperatuur van de warmtewisselaar te laag wordt,
schakelt de ketel in, tot de warmtewisselaar is opgewarmd. Als de mogelijkheid
bestaat dat de installatie (of een deel daar van) kan bevriezen, moet er op de
koudste plaats een (externe) vorstthermostaat op de retourleiding aangebracht
worden. Deze moet volgens het bedradingschema aangesloten worden (zie
§ 10.2).
Opmerking
Indien een (externe) vorstthermostaat in de installatie is aangebracht en op het
toestel aangesloten, is deze niet actief als het toestel op het bedieningspaneel is
-
uitgeschakeld (
op service
display).
37