FOTOCELLEN
De centrale verstrekt een voeding van 24VAC voor fotocellen met
normaal gesloten contact en kan een werkingstest uitvoeren
voordat met het openen van het rolluik begonnen wordt.
De werking van de fotocel kan op twee manieren worden
ingesteld:
1. Fotocel altijd actief:
De inwerkingtreding van de fotocel tijdens de opening of de
sluiting veroorzaakt de stilstand van het rolluik. Bij de
terugstelling van de fotocel zal het rolluik volledig opengaan.
2. Fotocel NIET actief tijdens de opening:
De inwerkingtreding van de fotocel tijdens de opening wordt
genegeerd.
De inwerkingtreding van de fotocel tijdens de sluiting
veroorzaakt de volledige opening van het rolluik.
Onafhankelijk van de gekozen instelling, en wanneer het rolluik
in een pauze geopend is, zal de telling van de tijd voor de
eventuele automatische sluiting pas beginnen nadat de fotocel
opnieuw teruggesteld wordt.
• Sluit de voedingskabels van de zenders van de fotocellen aan
tussen klemmen L10 (GND) en L11 (+) van de stuurcentrale.
• Sluit de voedingskabels van de ontvangers van de fotocellen
aan tussen klemmen L10 (GND) en L9 (+) van de stuurcentrale.
• Sluit de uitgang van de ontvangers van de fotocellen aan
tussen klemmen L6 en L8 van de stuurcentrale.
VEILIGHEIDSLIJSTEN
De stuurcentrale is uitgerust met een ingang voor het beheer van
de veiligheidslijsten. Deze ingang is in staat om de klassieke lijst
met normaal gesloten contact te beheren als ook de lijst met
geleidend rubber met nominale weerstand 8,2 kohm.
De werking van de lijst kan twee instellingen hebben:
1. Lijst altijd actief:
De inwerkingtreding van de lijst tijdens de opening of de
sluiting veroorzaakt de stilstand van het rolluik.
2. Lijst NIET actief tijdens de opening:
De inwerkingtreding van de lijst tijdens de opening wordt
genegeerd.
De inwerkingtreding van de lijst tijdens de sluiting veroorzaakt
de volledige opening van het rolluik.
N.B.: Onafhankelijk van de gekozen instelling zal de
eventueel daarop volgende automatische sluiting geannuleerd
worden.
Klassieke lijst met normaal gesloten contact: sluit de kabels
van de lijst aan tussen de klemmen L7 en L8 van de stuurcentrale.
Om aan de vereisten van de norm EN12978 te voldoen, is het
noodzakelijk om veiligheidslijsten te installeren die uitgerust zijn
met een stuurunit die constant de correcte werking ervan
controleert. Indien stuurunits gebruikt worden die de
mogelijkheid bieden om de test uit te voeren door onderbreking
van de voeding, moeten de voedingskabels van de stuurunit
aangesloten worden tussen de klemmen L10 (GND) en L11 (+).
Lijst met geleidend rubber: sluit de kabels van de lijst aan
tussen de klemmen L7 en L8 van de stuurcentrale.
LET OP: de werkingstest op de lijsten is gereserveerd voor
de traditionele lijsten (alleen indien uitgerust met daarvoor
bestemde stuurunit).
De testfunctie NIET inschakelen indien lijsten van geleidend
rubber of traditionele lijsten zonder de speciale stuurunit
voor de controle van de werking gebruikt worden.
NOTA: voor de aansluiting van optische lijsten dient
men de speciale interface te gebruiken (code 35A024) en moet
de werkingtest op de lijsten gedeactiveerd worden.
STARTINGANGEN
De ingangen START1 en START2 zijn gereed gemaakt voor de
aansluiting van apparaten met een normaal geopend contact.
De functie is afhankelijk van de werkwijzen die ingesteld zijn op
de dip switches 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
1. Functie Hold tot run (Dip 1 ON)
De gebruiker opent (START1) en sluit (START2) door het
betreffende bedieningsorgaan actief te houden.
LET OP: de instellingen van Dips 2, 4, 5 en 6 worden
genegeerd
Dip 1 ON Functie Hold to run ingeschakeld
De KLOK-functie is uitgeschakeld onafhankelijk van
Dip 2
de positie van Dip 2
Gescheiden bedieningsorganen: Start1 opent,
ON
Start2 sluit (up-down)
Dip 3
Verenigde bedieningsorganen: Start1 opent en sluit
OFF
(start-stop) / Start2 uitgeschakeld
Automatische sluiting uitgeschakeld, onafhankelijk
Dip 4
van Dip 4
Logica voor gezamenlijke eigenaars uitgeschakeld,
Dip 5
onafhankelijk van Dip 5
Werking met omkering uitgeschakeld, onafhankelijk
Dip 6
van Dip 6
LET OP: als de functie HOLD TO RUN actief is, zal de
inwerkingtreding van de fotocel of van de lijst tijdens de sluiting
altijd de stilstand van het rolluik veroorzaken.
2. Werking KLOK (Dip 2 ON)
LET OP: Zet Dip 1 op OFF.
Ingang Start1: normale impulseningang, die in staat is de
opening en de sluiting ook te beheren wanneer de werking van
de KLOK actief is.
Ingang Start2: timer-ingang. Als de ingang START2 geactiveerd
wordt, gaat het rolluik alleen automatisch open en dicht als de
ingang gedeactiveerd wordt.
Als de automatische sluiting actief is (dip 4 op ON) en de timer
gedeactiveerd wordt, zal het rolluik niet onmiddellijk dicht gaan
maar pas na de ingestelde pauzetijd.
Dip 1 OFF De functie Hold to run moet uitgeschakeld zijn
Dip 2 ON Klokfunctie ingeschakeld
Start1 en Start2 hebben hoe dan ook verschillende
Dip 3
functies, onafhankelijk van Dip 3
Bij het loslaten van de ingang Start2 begint de telling
ON
van de pauzetijd, waarna de sluiting plaatsvindt
Dip 4
Bij het loslaten van de ingang Start2 vindt
OFF
onmiddellijke sluiting plaats
40