6.3 Snelheid met of zonder verandering van
toonhoogte wijzigen/
aantal beats wijzigen
Na inschakelen draait de platenspeler steeds met
de exacte, kwartsprecieze standaardsnelheid (0 %
snelheidsafwijking). Ter indicatie hiervan licht de
groene LED (11) op naast de toets QUARTZ (12).
De afspeelsnelheid en bijgevolg het aantal beats
per minuut kunnen met behulp van de schuifrege-
laar PITCH ADJ. (10) met max. ±30 % worden ge-
wijzigd:
1) Activeer met de toets QUARTZ (12) de regelaar
PITCH ADJ. [groene LED (11) gaat uit].
2) De rode LED "±10%" (23) licht op (basisinstelling
na het inschakelen) – het regelbereik voor de
snelheid bedraagt ±10 %.
Indien u een ander regelbereik nodig hebt
(±20 % of ±30 % voor een grotere snelheidswijzi-
ging), druk dan op de overeenkomstige toets
PITCH SELECT (23). De bijhorende LED onder
de toets licht op.
3) Wijzig de snelheid met de schuifregelaar PITCH
ADJ. (10). In het display kan u ofwel het zich wij-
zigende aantal beats per minuut aflezen of na het
omschakelen met de toets PITCH/BPM (14) de
procentuele afwijking ten opzichte van de stan-
daardsnelheid.
4) Indien de toets MASTER TEMPO (15) niet werd
ingedrukt, wijzigt met de snelheid ook de toon-
hoogte in verhouding. Wenst u echter dat de
toonhoogte, ondanks de wijziging van de snel-
heid, constant blijft, druk dan op de toets
MASTER TEMPO. De toets licht rood op.
5) Om naar de standaardsnelheid terug te schake-
len, drukt u opnieuw op de toets QUARTZ (12),
zodat de groene LED (11) naast de toets weer
oplicht.
Tips
a De functies "Mastertempo" en snelheidswijziging
kunnen enkel worden geactiveerd, wanneer de
groene LED (11) niet oplicht – druk evt. op de
toets QUARTZ (12)!
Consejos
a Mientras que el contador de beats no ha determi-
nado el resultado utilizable (al principio de la can-
ción por ejemplo), la pantalla indica "– – –".
b Para música sin puntas de señales rítmicas
(música lenta p. ej.), el contador de beats no
determina ningún valor o indicar un valor erróneo.
6.3 Modificación de la velocidad con o sin
modificación del nivel tonal/
modificación de la cantidad de beats
Con el reglaje de base, el giradiscos funciona siem-
pre a velocidad estándar exacta, precisión cuarzo,
(desviación de la velocidad 0 %), después de la
puesta en marcha. El LED verde (11) a lado de la
tecla QUARTZ (12) sirve de testigo y brilla.
La velocidad y también simultáneamente la can-
tidad de beats por minuto pueden ser modificados
con el reglaje PITCH ADJ. (10) de ±30 % máximo:
1) Con la tecla QUARTZ (12), active el reglaje
PITCH ADJ. [el LED verde (11) se desconecta].
2) El LED rojo "±10%" (23) brilla (reglaje de base
después de la puesta en marcha), la zona de
reglaje de la velocidad es de ±10 %.
Si desea otra zona de reglaje de la velocidad,
(±20 % o ±30 % para una más gran modificación
de velocidad), pulse la tecla PITCH SELECT (23)
correspondiente. El LED correspondiente situado
bajo la tecla brilla.
3) Modifique la velocidad con el potenciómetro
PITCH ADJ. (10) como desea. En la pantalla,
puede visualizar la cantidad de beats por minuto
en curso de modificación, o sea, después la con-
mutación con la tecla PITCH/BPM (14), la des-
viación en % de la velocidad estándar.
4) Si la tecla MASTER TEMPO (15) no está
pulsada, el nivel tonal se modifica proporcional-
mente a la velocidad. Si a pesar del cambio de
velocidad, el nivel tonal debe ser constante,
pulse la tecla MASTER TEMPO; la tecla brilla de
color rojo.
b Indien de schakelaar PHONO/LINE (25) in de
stand PHONO staat, is de functie "Master
Tempo" niet beschikbaar via de cinch-jacks (24).
6.4 Tussen vooruit/achteruit spelen wisselen
Als bijzonder effect biedt de DJP-400/SI de mo-
gelijkheid de draairichting om te schakelen. Druk
hiervoor telkens kort op de toets REVERSE (1). Bij
ingeschakelde terugspeelfunktie licht de rode LED
naast de toets op.
6.5 Het ritme van 2 muziekfragmenten op
elkaar afstemmen
Met behulp van de toetsen PITCH BEND + en – (16)
kan u de afspeelsnelheid kortstondig verhogen of
verlagen. Hierdoor is het mogelijk om het ritme van
een geselecteerde track af te stemmen op dat van
een track in een ander toestel.
1) Pas met de regelaar PITCH ADJ. (10) de snel-
heid van het huidige muziekfragment aan de
snelheid van het tweede muziekfragment aan.
Schakel hiervoor best beide displays met de
toets PITCH/BPM (14) naar de weergave van
het aantal beats per minuut.
2) Gebruik de toetsen PITCH BEND + en – om de
beats van beide muziekfragmenten gelijk te laten
lopen (synchroniseren): Zolang de toets + of –
ingedrukt gehouden wordt, loopt de track sneller
resp. langzamer dan de standaardsnelheid en
wel overeenkomstig het regelbereik dat met een
van de toetsen PITCH SELECT (23) werd gese-
lecteerd.
Opmerking: Indien de regelaar PITCH ADJ. hele-
maal bovenaan staat, is de toets PITCH BEND – uit-
geschakeld, en indien de regelaar PITCH ADJ. hele-
maal beneden staat, is de toets PITCH BEND +
uitgeschakeld.
5) Para volver a la velocidad estándar, pulse de
nuevo la tecla QUARTZ (12) de manera que el
LED verde (11) al lado de la tecla brilla de nuevo.
Consejos
a Las funciones "Master Tempo" y modificación de
la velocidad pueden activarse solo si el LED
verde (11) no brilla, pulse la tecla QUARTZ (12),
si necesario.
b Si el selector PHONO/LINE (25) está en la posi-
ción PHONO, la función "Master Tempo" no se
activa a través de las tomas RCA hembras (24).
6.4 Conmutación lectura avance/retroceso
El DJP-400/SI propone un efecto particular que per-
mite invertir el sentido de rotación. Pulse breve-
mente la tecla REVERSE (1); cuando la lectura tra-
sera está activada, el LED rojo a lado de la tecla
brilla.
6.5 Adaptación del ritmo entre dos canciones
Con las teclas PITCH BEND + y – (16), puede bre-
vemente aumentar o disminuir la velocidad; esto per-
mite adaptar el ritmo de la canción en curso de lec-
tura con otra canción reproducida en otro aparato.
1) Con el reglaje PITCH ADJ. (10), adapte la veloci-
dad de la canción en curso a la velocidad de la
segunda canción. Para efectuarlo, conmute la
pantalla digital (21) con la tecla PITCH/BPM (14)
con la pantalla de la cantidad de beats por
minuto.
2) Con las teclas PITCH BEND + y –, haga coincidir
los ritmos de dos canciones: mientras la tecla + o
– está mantenida pulsada, la canción se repro-
duce al 10 %, 20 % o 30 % más rápido o más
lento que la velocidad estándar y según la zona
de reglaje de la velocidad seleccionada con las
teclas PITCH SELECT (23).
Consejo: Sí el potenciómetro PITCH ADJ. está en-
teramente hacia arriba, la tecla PITCH BEND – es
inactiva y si el potenciómetro está enteramente
hacia abajo, la tecla PITCH BEND + es inactiva.
6.6 De functie "Start/Stop" op afstand bedie-
nen
De functie "Start/Stop" kan op afstand worden
bediend via een mengpaneel met zogenaamde
faderstart of via een afzonderlijke schakelaar (druk-
knop). Wanneer op het mengpaneel de schuifrege-
laar van de platenspeler open en vervolgens weer
dicht geschoven wordt, dan zal de platenspeler
automatisch starten resp. stoppen.
Sluit de schakelaar resp. het mengpaneel via een
2-polige 3,5 mm-jack aan op de jack REMOTE
START/STOP (27) [zie figuur 6].
Verbindingskabel met 3,5 mm-monojack
voor de faderstart via een drukknop
7 Toebehoren
7.1 Reserve-toonkop en -naald
Indien nodig kan de toonkop of de naald makkelijk
vervangen worden. In de vakhandel vindt u de
nodige onderdelen, bijvoorbeeld van MONACOR de
magnetische toonkop EN-24 en de daarbij pas-
sende naald EN-24SP.
Na vervanging van de toonkop moeten naalddruk
en antiskating-inrichting opnieuw worden ingesteld
(zie hoofdstuk 4.3 en 4.4).
7.2 Reservetoonkophouder
Een reservetoonkophouder zoals de toonkophouder
EN-120 van MONACOR kan indien nodig volledig
worden vervangen. De toonkophouder kan snel
gemonteerd worden door de huidige houder eraf te
schroeven en de nieuwe te monteren. Vervolgens
moeten naalddruk en antiskating-inrichting opnieuw
worden ingesteld (zie hoofdstuk 4.3 en 4.4).
6.6 Arranque eléctrico de la función "Marcha/
Paro" (mando a distancia)
La función "Marcha/Paro" puede arrancar a dis-
tancia p. ej. a través de una mesa de mezcla que
dispone de un arranque eléctrico o a través de un
interruptor separado (fugitivo). Cuando en la mesa
de mezcla, el reglaje para el giradiscos está abierto,
el giradiscos arranca automáticamente y para
cuando el reglaje está cerrado.
Conecte el interruptor o la mesa de mezcla a tra-
vés de una toma jack 3,5, 2 polos con la toma
REMOTE START/STOP (27) – ver esquema 6.
Cable jack 3,5 macho mono de conexión para el
arranque eléctrico a través un interruptor fugitivo
7 Accesorios
7.1 Reemplazo de la célula y de la aguja
La célula magnética y la aguja pueden, si es
necesario, cambiarse fácilmente. Encontrará estas
piezas de recambio en la gama MONACOR, p. ej. la
célula magnética EN-24 y la aguja EN-24SP corre-
spondiente. Después la cambio de la célula
magnética, debe regular de nuevo la presión de la
aguja y el anti-skating. (Vea capítulos 4.3 y 4.4.)
7.2 Reemplazo de la portacélula
Un portacélula de recambio (portacélula EN-120 de
MONACOR p. ej.) puede si es necesario, cambiarse
en totalidad. Se cambia rápidamente destornillando
y atornillando. Debe después, regular de nuevo la
presión de la aguja y del anti-skating. (Ver capítulos
4.3 y 4.4.)
NL
Start
Stop
E
Start
Stop
21