Veiligheidsaanwijzingen
A
LET OP! Gevaar voor schade
Vergelijk de spanningsgegevens op het typeplaatje met de
beschikbare energietoevoer.
Sluit het koeltoestel alleen als volgt aan:
– sluit de gelijkstroomaansluitkabel aan op een gelijktoevoer in
het voertuig
– Sluit de wisselstroomkabel aan op een wisselstroomvoeding
Trek de stekker nooit aan de kabel uit het stopcontact.
Als het koeltoestel op een gelijkstroomcontactdoos is aangeslo-
ten: Ontkoppel het koeltoestel en andere verbruikers van de
accu voordat u een snellader aansluit.
Als het koeltoestel op een gelijkstroomcontactdoos is aangeslo-
ten: Ontkoppel de verbinding of schakel het koeltoestel uit, als u
de motor uitschakelt. Anders kan de voertuigaccu leeg raken.
Het koeltoestel is niet geschikt voor het transporteren van bij-
tende materialen of materialen die oplosmiddelen bevatten.
De isolatie van het koeltoestel bevat ontvlambaar cyclopentaan
en vereist speciale verwerkingsprocedures. Breng het koeltoe-
stel aan einde van zijn levensduur naar een erkend afvalverwer-
kingsbedrijf.
Gebruik geen elektrische toestellen in het koeltoestel, behalve
als deze toestellen daarvoor door de fabrikant worden aanbevo-
len.
Plaats het koeltoestel niet in de buurt van open vuur of andere
warmtebronnen (verwarming, sterke zonnestraling, gasovens
enz.).
Gevaar voor oververhitting!
Zorg er altijd voor dat er rond het koeltoestel minimaal 50°mm
ventilatie is. Houd het ventilatiebereik vrij van objecten die de
luchtstroom rond de koelcomponenten kunnen hinderen.
Plaats het koeltoestel niet in gesloten ruimtes of bereiken met
minimale luchtstroming.
Let erop dat de ventilatieopeningen niet worden afgedekt.
Vul het binnenreservoir niet met vloeistoffen of ijs.
Dompel het koeltoestel nooit onder in water.
Bescherm het koeltoestel en de kabels tegen hitte en vocht.
Het toestel mag niet aan regen worden blootgesteld.
86
MCG15
NL