NEDERLANDS
ONDERDELEN
1. Aan/uit schakelaar
2. Hendel (6 lengte-instellingen, 0.5-2
mm)
3. 9 opzetkammen
Geen afbeelding:
•
2 uitdunkammen
GEBRUIKSAANWIJZING
VOORDAT U BEGINT MET TRIMMEN
•
Inspecteer het apparaat en zorg ervoor dat er geen haar of vuil in het apparaat zit.
•
Zorg ervoor dat de persoon zo gaat zitten dat zijn/haar hoofd zich ongeveer op uw
ooghoogte bevindt.
•
Kam het haar altijd, voordat u gaat trimmen, zodat het droog en zonder haarklitten is.
HET BEVESTIGEN VAN EEN OPZETKAM
•
Houd de opzetkam vast met de tanden naar boven gericht.
•
Schuif deze op het snijblad, totdat de voorkant van de opzetkam stevig tegen het
snijblad aanzit en klik hem vast.
HET VERWIJDEREN VAN DE OPZETKAM
•
Houd het apparaat vast, terwijl de snijbladen van u afwijzen. Druk de opzetkam krachtig
omhoog en van de snijbladen af.
•
De lengte van iedere opzetkam is aangegeven aan de buitenzijde.
•
Wanneer u het apparaat zonder opzetkam in een loodrechte lijn tegen de huid houdt,
verkrijgt u een trimlengte van 0,5 mm. Wanneer u het apparaat zonder opzetkam met de
bovenkant van het snijblad tegen de huid houdt, verkrijgt u een trimlengte van 1,0 mm.
•
Dit geldt als de uitduninstelling op de kleinste opening tussen de messen staat.
12
Opzetkammen
1 (# 0)
2 (# 1)
3 (# 2)
4 (# 3)
5 (# 4)
6 (# 5)
7
8
9
•
Nekborstel
•
Reinigingsborstel
•
Schaar
•
Stylingkam
•
Kapperscape
Snijlengte (mm)
1.5
3
6
9
12
16
18
22
25