Informations concernant la locomotive réele:
La série (BR) 120 de la DB constitue un tournant
dans la conception des locomotives. La technologie
moderne des semi-conducteurs permet en effet la
mise en œuvre de moteurs triphasés pour la traction
électrique. Les frais d'entretien sont faibles par suite
de la construction simple et leur puissance élevée est
disponible dans tout le domaine de vitesses. Elle peut
ainsi assurer la traction des trains rapides ainsi que
celle des trains de marchandises.
La puissance est de 5600 kW et sa vitesse maxima de
160 km/h. Le 17.10.1984 la motrice BR 120001-3 att-
eint la vitesse de 265 km/h, établissant ainsi un record
du monde absolu pour motrices à courant-triphasé.
Cinq locomotives de présérie ont été construites sous
la désignation BR 120.0. Le modèle de série reçoit la
désignation BR 120.1.
Informatie van het voorbeeld:
De BR 120 van de Deutsche Bundesbahn (DB) is een
keerpunt in de locomotiefontwikkeling. De moderne
halfgeleidertechniek maakt het mogelijk draaistrom-
motoren als aandrijfmachines te gebruiken. Behalve
lagere onderhoudskosten vanwege de ongecom-
pliceerde constructie maken zu hoge, constante
trekkrachten over bijna het totale snelheidsbereik mo-
gelijk. Daardoor is de locomotief universeel inzetbaar
voor reizigersen goederentreinen.
Het continue vermogen bedraagt 5600 kW, haar
maximum snelheid 160 km/h. Op 17 oktober 1984
noteerde de BR 120001-3 met een snelheid van 265
km/h het absolute snelheidsrecord voor draaistrom-
locomotiefen. Er zijn vijf prototypen als BR 120.0
gebouwd. De serie-uitvoering wordt met 120.1
aangeduid.
3