Informations concernant la locomotive réelle
Après une courte étude, la Deutsche Reichsbahn passa des or-
dres, en 1943, en vue de réaliser l'un des derniers et, déjà à cette
époque, utopiques projets: une locomotive rapide et ultra-lourde
pour trains de marchandises sur longs parcours en régions dif-
ficiles. Le projet présenté par Borsig prévoyait une locomotive
articulée système Mallet à 4 cylindres. D'une puissance de près
de 3.000 CV et d'un poids par essieu inférieur à 20 t, cette machine
devait pouvoir également, sur infrastructure simple, atteindre une
vitesse de 80 km/h dans les deux sens et remorquer un train de
1.700 t en pente de 8 ‰ à 20 km/h et ce, même en courbe de 360 m
de rayon. Cependant, les ingénieurs de Borsig étaient incapables
de fournir quelque preuve de la réalité de ces performances thé-
oriques car un prototype fonctionnel n'était pas encore fabriqué.
Informatie van het voorbeeld
Na een korte inschrijving verdeelde de Deutsche Reichsbahn in
1943 ontwikkelopdrachten voor een van de laatste en voor die tijd
reeds utopische projecten: een zeer zware snelle goederentrein-
locomotief voor het lange-afstandsbedrijf in moeilijke gebieden.
Het gepresenteerde ontwerp van Borsig voorzag in een gelede
locomotief type Mallet met 4 cilinders. Met een vermogen van bij-
na 3.000 pk en een aslast van minder dan 20 t zou ze ook op een
eenvoudige bovenbouw in beide richtingen 80 km/h bereikt hebben
en een trein van 1.700 t nog over een helling van 8 ‰ met 20 km/h
kunnen trekken, zelfs in bogen met 360 m straal. De ingenieurs van
Borsig konden deze theoretische vermogensgegevens echter niet
meer bewijzen, want een functioneel prototype werd nooit gepro-
duceerd.
5