Sundstrom SR 100 Instrucciones De Uso página 70

NL
SR 100, SR 90-3 en SR 90-2
1. Introductie
2. Gebruik
3. Opzetten/afzetten
4. Technische specificatie
5. Onderhoud
6. Onderdelenoverzicht
7. Uitleg gebruikte symbolen
8. Goedkeuringen
1. Introductie
De maskers worden in combinatie met filters
uit het Sundström programma als filterappa-
raat gebruikt of in combinatie met de SR 307
persluchtaansluiting als ademhalingsapparaat
met een continue doorstroming bij aansluiting
op een persluchttoevoer.
Het Sundström halfgelaatsmasker biedt de ge-
bruiker ademhalingsbescherming tegen rond-
vliegende verontreinigingen, zoals stofdeeltjes,
biochemische stoffen, gassen/dampen en
combinaties van deze stoffen.
Het stofmasker bestaat uit een maskerromp
van siliconenrubber (SR 100) of thermoplastisch
elastomeer (TPE) (SR 90-2, SR 90-3), dat de
neus, mond en kin van de gebruiker bedekt. Het
halfgelaatsmasker is uitgerust met inadem- en
uitademkleppen, een eenvoudig te verstellen
hoofdharnas met een V-vormige riem die het
stofmasker op z'n plaats houd en een filterbe-
vestiging voor het aansluiten van standaard
Sundström filters.
De ingeademde lucht stroomt via een filter en
een inademmembraan het masker binnen. De
uitgeademde lucht wordt uitgeblazen via twee
uitademkleppen in het gezichtsgedeelte. Er is
een uitgebreid programma accessoires be-
schikbaar. Zie hoofdstuk 6, onderdeeloverzicht.
1.2 Waarschuwingen/ beperkingen
Houd er rekening mee dat er lokale verschillen
kunnen zijn in de voorschriften voor het gebruik
van ademhalingsbeschermingsapparatuur.
De apparatuur mag niet worden gebruikt
• Als u het masker niet nauwsluitend kunt
maken tijdens het passen.
• Als de omgevingslucht geen normaal zuur-
stofgehalte heeft
70
Halfgelaatsmaskers
• Als de verontreinigingen onbekend of moeilijk
te herkennen zijn.
• In omgevingen die een direct levensgevaar
of een gezondheidsrisico vormen.
• Met zuurstof of met lucht die met zuurstof
verrijkt is,
• Als u moeite hebt met ademhalen.
• Als u duizelig of misselijk wordt of andere
klachten krijgt.
• Als u de verontreinigingen kunt ruiken of
proeven.
• Als u andere merkbare fysieke klachten krijgt.
• Als u haargroei tussen de huid en het afdich-
tende gelaatsgedeelte hebt, zoals stoppels,
baardgroei, snor of bakkebaarden, die het
afdichtende gedeelte kruisen.
• Als littekens of andere fysieke kenmerken
de pasvorm van het stofmasker nadelig
beïnvloeden.
• Voor gebruik van de apparatuur in een
omgeving met ontploffingsgevaar, dienen
voorzorgsmaatregelen te worden genomen.
Als u vragen hebt over de apparatuurkeuze of
het onderhoud van de apparatuur, raadpleeg
dan uw leidinggevende of leverancier of neem
contact op met uw verkooppunt. U kunt ook
contact opnemen met de technische service
van Sundström Safety AB. Ademhalingsbe-
scherming moet altijd een onderdeel zijn van
een ademhalingsbeschermingsprogramma.
Zie EN 529:2005 voor informatie en richtlijnen.
Deze norm geeft informatie over de belangrijke
aspecten van een ademhalingsbeschermings-
programma, maar is geen vervanging voor
nationale en lokale voorschriften.
2. Gebruik
2.1 Uitpakken
Controleer of de apparatuur compleet is volgens
de pakbon en er geen transportschade is.
2.2 Pakbon
• Halfgelaatsmasker
• Voorfilterhouder
• Testschijf
• Reinigingsdoekje