c. Helidek
Nodig: 8 D batterijen of een externe adapter type PS1208 (niet meegelev.)
1. Gebruik een passende schroevendraaier om het batterijvak onderaan het helidek te openen.
2. Schuif het deksel van het batterijvak achteruit tot de lipjes in de openingen zitten en haal het deksel eraf.
3. Plaats de 8 D batterijen. Zorg ervoor dat de polariteit correct is.
4. Plaats het deksel van het batterijvak terug en zet de schroef vast.
5. U moet geen batterijen inbrengen indien u een adapter gebruikt (bv. PS1208, niet meegelev.)
d. Helikopter
De helikopter heeft ingebouwde oplaadbare batterijen.
Voor het eerste gebruik moet u de helikopter 2 keer volledig opladen voor een optimale staat van de batterijen.
Laad uw helikopter geen 2 keer na elkaar op na de eerste vlucht!
Laadprocedure:
1. Breng een spanning van 12Vdc, max. 800mA, naar de DC- ingang op het helidek (p.5 #16).
2. Plaats de helikopter op het helidek, met zijn landinggestel (p.5 #5) op de lanceerpinnen (#12).
3. Verifieer of de on/off schakelaar van de helikopter (#4) op 'off' staat en steek de laadpin (#17) helemaal in de
laadaansluiting van de helikopter (#3).
4. Zet de on/off schakelaar (#15) van het helidek op 'on' en druk op de laadknop (#14). De rode LED zal oplichten
en de groene zal doven: de helikopter is aan het opladen. Een volledige laadcyclus duurt ongeveer 3 minuten.
5. Wanneer de helikopter volledig opgeladen is, zal de rode LED doven en zal de groene oplichten.
4. Vliegen met de helikopter
a. Plaats- en weercontrole voor de vlucht
1. Vlieg niet bij temperaturen <10°C of >45°C: dit kan de prestaties verminderen en de helikopter beschadigen.
2. Vlieg niet als er wind is: u kunt de controle over de helikopter verliezen en de helikopter kan buiten het bereik van
de afstandsbediening geraken en schade oplopen.
3. Vlieg niet bij slecht weer: regen, sneeuw en andere slechte omstandigheden kunnen uw helikopter beschadigen.
4. Vlieg enkel op open plekken en uit de buurt van mensen, dieren, bomen, hoogspanningskabels, gebouwen etc.
b. Voorbereiding om op te stijgen
1. Trek de antenne volledig uit.
2. Zet de on/off schakelaar op de afstandsbediening (#10) op 'on'. De groene stroomLED zal oplichten.
3. Plaats de helikopter op het helidek met het landinggestel (#5) op de lanceerpinnen (#12).
4. Zet de on/off schakelaar van de helikopter (#4) op 'on'.
5. Neem afstand - zorg dat u minstens 5m van de helikopter verwijderd bent voor u de helikopter doet opstijgen.
6. Zorg ervoor dat er geen obstakels dicht bij de helikopter zijn. U bent nu klaar om de helikopter te doen opstijgen.
c. Vliegen met de helikopter
1. STUURBEREIK: het stuurbereik van de helikopter is 100m (300ft). Let op voor windstoten: als de helikopter
buiten het bereik van de afstandsbediening komt, zult u hem niet langer kunnen besturen.
2. DUUR VAN EEN VLUCHT: volledig opgeladen en bij weinig wind kan de helikopter van 30s tot 2 minuten vliegen.
Als de helikopter het zo lang niet uithoudt, dient u wellicht de 8 D batterijen in het helidek te vervangen.
3. VEILIGHEID: INGEBOUWDE TEMPERATUURSENSOR: als de temperatuur in de helikopter te hoog wordt, zal
de sensor AUTOMATISCH de helikopter afzetten door de snelheid van de rotors geleidelijk te verminderen,
waardoor de helikopter zachtjes zal landen. Dankzij deze sensor zullen de batterijen niet oververhitten en zal de
helikopter langer meegaan.
Laat de helikopter ten minste 10 minuten afkoelen iedere 4 à 5 vluchten.
TRC1
- 6 -
VELLEMAN