12. Proefdraaien [Voor de draadloze afstandsbediening]
12.1. Voordat u gaat proefdraaien
s s s s s Controleer, nadat u de binnen- en buitenapparaten volledig heeft geïn-
stalleerd, inclusief pijpen en bedrading, het geheel op lekken van koel-
stof, losse elektrische contacten in besturingsbedrading en op polariteit.
s s s s s Controleer met behulp van een megohmmeter van 500 volt of de weer-
stand tussen de netspanningsaansluitpunten en de aarde minimaal
Ω
1,0 M
bedraagt.
s s s s s Voer deze test niet uit op de aansluitpunten van de besturingsbedrading
(laagspanningscircuit).
Waarschuwing:
U mag de airconditioner niet gebruiken als de isolatieweerstand minder dan
Ω
1,0 M
bedraagt.
Voorzichtig:
De compressor werkt uitsluitend als de fase-aansluiting van de netspanning
correct is.
•
Voor de beschrijving van elke controlecode raadpleegt u de onderstaande tabel.
1 Controlecode
P1
Sensor fout voor de inlaat
P2
Sensor fout voor de pijp
P4
Fout afvoersensor
P5
Fout in de afwateringspomp
P6
Beveiliging tegen vriezen en oververhitting
P8
Fout leidingtemperatuur
P9
TH5 Sensorfout
U0–UP
Probleem met buitenapparaat
F1–FA
Probleem met buitenapparaat
E0–E5
Storing in signaaloverdracht tussen afstandsbediening en binnenapparaat
E6–EF
Communicatiefout tussen binnen- en buitenapparaat
– –
Geen geschiedenis van problemen
F F F F
Geen apparaat
•
Draadloze afstandsbediening
2 De ononderbroken zoemergeluiden zijn afkomstig uit het ontvangstgedeelte van het binnenapparaat.
3 Het knipperen van het bedieningslampje.
•
Afstandsbediening met snoer
1 Controleer de code die in het LCD-scherm wordt weergegeven.
•
Indien het apparaat niet op de juiste manier kan worden bediend nadat het bovenstaande proefdraaien is uitgevoerd, dient u de onderstaande tabel te raadplegen om
de oorzaak weg te nemen.
Afstandsbediening met draad
H0
H0 → Foutcode
Schermberichten verschijnen niet ter-
wijl de bedieningsschakelaar is inge-
schakeld (bedieningslampje licht niet
op).
Bij een draadloze afstandsbediening zoals hierboven beschreven, is het volgende van toepassing:
•
Er worden geen signalen van de afstandsbediening geaccepteerd.
•
De OPE-lamp knippert.
•
De zoemer maakt een kort piepend geluid.
Opmerking:
Bediening is niet mogelijk gedurende ongeveer 30 seconden na het annuleren van de functieselectie. (Juiste werking)
Raadpleeg de onderstaande tabel voor een beschrijving van de LED's (LED 1, 2, 3) op het bedieningspaneel binnen.
LED1 (spanning voor microcomputer)
LED2 (spanning voor afstandsbediening)
LED3 (communicatie tussen binnen- en buitenapparaat)
Symptoom
Symptoom
LED 1, 2 (printplaat in buitenapparaat)
Gedurende
Na het oplichten van LED 1 en 2, wordt LED 2
uitgeschakeld, en blijft alleen LED 1 oplichten.
ongeveer 2 minuten
(Juiste werking)
na het inschakelen
Alleen LED 1 licht op. → LED 1en 2 knippe-
ren.
Nadat ongeveer 2
minuten zijn
verstreken na het
Alleen LED 1 licht op. → LED 1 knippert twee-
inschakelen
maal, LED 2 knippert eenmaal.
Geeft aan of er spanning voor de bediening wordt geleverd. Zorg ervoor dat deze LED brandt.
Geeft aan of er spanning aan de afstandsbediening wordt geleverd. Deze LED brandt alleen wan-
neer het binnenapparaat is aangesloten op het koeleradres "0" van het buitenapparaat.
Geeft de toestand van de communicatie tussen de binnen- en buitenapparaten aan. Zorg ervoor
dat deze LED altijd knippert.
12.2. Zelfcontrole
[Fig. 12.2.1] (P.10)
1 Schakel de netspanning aan.
CHECK
2 Druk tweemaal op de
-knop.
(Voer deze handeling uit wanneer het display van de afstandsbediening
is uitgeschakeld.)
A De CHECK begint te branden.
B "00" begint te flikkeren.
h
3 Druk op
terwijl u met de afstandsbediening in de richting van het
ontvangstgedeelte van het apparaat wijst. De controlecode zal worden
aangegeven door het aantal keren dat de zoemer van het ontvangst-
gedeelte zoemt en door het aantal keren dat het bedieningslampje flik-
kert.
4 Druk op ON/OFF (AAN/UIT) om de zelfcontrole te stoppen.
2 Geluidssignaal zoemer
Enkele piep × 1
Enkele piep × 2
Enkele piep × 4
Enkele piep × 5
Enkele piep × 6
Enkele piep × 8
Enkele piep × 2
Dubbele piep × 1
Dubbele piep × 1
Andere geluiden dan de bovengenoemde
Andere geluiden dan de bovengenoemde
Geen geluid
Drievoudige piep
• Gedurende ongeveer 2 minuten na het inschakelen is het
gebruik van de afstandsbediening niet mogelijk vanwege
het opstarten van het systeem. (Juiste werking)
• Het aansluitstuk voor het beschermingsapparaat van het
buitenapparaat is niet aangesloten.
• Draai de fasebedrading om of open deze bij het aansluit-
blok (L1, L2, L3) van het buitenapparaat.
• Onjuiste bedrading tussen het binnen- en buitenapparaat
(onjuiste polariteit van S1, S2, S3)
• Snoer van de afstandsbediening is te kort.
3 OPE LED
Brandt gedurende 1 sec. × 1
Brandt gedurende 1 sec. × 2
Brandt gedurende 1 sec. × 4
Brandt gedurende 1 sec. × 5
Brandt gedurende 1 sec. × 6
Brandt gedurende 1 sec. × 8
Brandt gedurende 1 sec. × 2
Brandt gedurende 0,4 sec. + 0,4 sec. × 1
Brandt gedurende 0,4 sec. + 0,4 sec. × 1
Brandt anders dan bovengenoemd
Brandt anders dan bovengenoemd
Brandt niet
Brandt niet
Oorzaak
97