door de belasting tijdens het afremmen wordt gegenereerd af te voeren. Anders
schakelt de FO uit door overspanning.
* Klem L2 wordt niet gebruikt bij 1-fase-eenheden.
Beschrijving van de klemmenstrook voor de stuursignalen
1
2
TM2
Afb. 25 Locaties van de signaalklemmen
Tabel 49
Symbool
RA
Multifunctionele uitgangsklem
Arbeidscontact
RB
PNP (SOURCE) ingang, S1 t/m S4 (S5/S6/S7) common, (stel SW1 in
24V
op PNP en sluit de optieprint op de voeding aan.)
S1
S2
Multifunctionele ingangsklemmen (zie beschrijving [521] t/m [524])
S3
S4
NPN (SINK) ingang, S1 t/m S4 (S5/S6) gemeenschappelijke aansluit-
COM
klem, (stel SW1 in op NPN, en massa klem voor analoge ingang, de
optiekaart en analogue uitgang.)
10V
Voeding voor externe potentiometer voor toerentalreferentie.
Ingangsklem voor analoog frequentiesignaal of multifunctionele
AIN
ingangsklem S7 (hoog niveau: 8 V/laag niveau: 2 V), aanpasbaar aan
PNP (zie beschrijving [511])
Multifunctionele analoge uitgang + aansluitklem (zie beschrijving
FM+
[531]), uitgangssignaal: DC 0-10 V.
Emotron AB 01-3991-11r2
3
4
5
6
7
8
9
Beschrijving
Nominale contactcapaciteit: (250
VAC/10 A) Contactbeschrijving:
(zie menu [551])
Kabelaansluitingen 109
10
11
12