WAARSCHUWING: Wij adviseren een aardlekschakelaar
met een reststroomwaarde van 30mA of minder
te gebruiken.
VOORZICHTIG: Gevaar voor brandwonden. Beperk
het risico van letsel, laad alleen oplaadbare accu's op
van het merk D
WALT. Andere typen accu's zouden uit
e
elkaar kunnen springen en persoonlijk letsel en schade
kunnen veroorzaken.
VOORZICHTIG: Houd toezicht op kinderen zodat zij niet
met het apparaat kunnen spelen.
OPMERKING: Onder bepaalde omstandigheden,
wanneer de stekker van de lader in het stopcontact
zit, kunnen de niet‑afgedekte laadcontacten binnenin
de lader door materiaal of een voorwerp worden
kortgesloten. Bepaalde materialen die geleidend zijn,
zoals, maar niet uitsluitend, staalwol, aluminiumfolie of
een opeenhoping van metaalachtige deeltjes, kunnen
beter bij de holtes van de lader worden weggehouden.
Trek altijd de stekker uit het stopcontact wanneer er geen
accu in de lader zit. Trek de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u de lader gaat reinigen.
Probeer NIET de accu op te laden met andere laders dan
•
die in deze handleiding worden beschreven. De lader en
de accu zijn speciaal voor elkaar ontworpen.
Deze laders zijn niet bedoeld voor een andere
•
toepassing dan het opladen van oplaadbare accu's van
D
WALT. Andere toepassingen kunnen leiden tot het gevaar
e
van brand, elektrische schok of elektrocutie.
Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
•
•
U kunt beter niet aan het snoer trekken wanneer u de
stekker van de lader uit het stopcontact trekt. Er is dan
minder risico op beschadiging van het snoer en van de stekker.
•
Het is belangrijk dat u het snoer zo plaatst dat niemand
erop kan stappen of erover kan struikelen, en het snoer
niet op een andere manier kan beschadigen of onder
spanning kan komen te staan.
•
Gebruik alleen een verlengsnoer als het er werkelijk
niet anders kan. Gebruik van een ongeschikt verlengsnoer
kan het risico van brand, elektrische schok of elektrocutie tot
gevolg hebben.
•
Plaats niet iets boven op een lader en plaats de lader
niet op een zacht oppervlak omdat hierdoor de
ventilatiesleuven kunnen worden geblokkeerd en de
lader binnenin veel te heet wordt. Plaats de lader niet in de
buurt van een warmtebron. De lader wordt geventileerd door
sleuven boven en onder in de behuizing.
•
Gebruik de lader niet met een beschadigd snoer of een
beschadigde stekker—laat deze onmiddellijk vervangen.
•
Gebruik de lader niet als er hard op is geslagen, als de
lader is gevallen of op een andere manier beschadigd is.
Breng de lader naar een erkend servicecentrum.
Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader naar een
•
erkend servicecentrum wanneer service of reparatie
nodig is. Onjuiste montage kan leiden tot het risico van een
elektrische schok, elektrocutie of brand.
•
Als het netsnoer is beschadigd, moet het onmiddellijk worden
vervangen door de fabrikant, een servicemonteur van de
fabrikant of een dergelijk vakbekwaam persoon, zodat risico
is uitgesloten.
•
Trek de stekker van de lader uit het stopcontact voordat
u de lader gaat schoonmaken. Er is dan minder risico
van een elektrische schok. Het risico is niet minder wanneer
u de accu verwijderd.
•
Probeer NOOIT 2 laders op elkaar aan te sluiten.
•
De lader is ontworpen voor de 230V stroomvoorziening
van een woning. Probeer de lader niet te gebruiken op
een andere spanning. Dit geldt niet voor de 12V‑lader.
Een accu opladen (Afb. [Fig.] B)
1. Steek de lader in een geschikt stopcontact voordat u de
accu insteekt.
2. Plaats de accu
14
in de lader, en let er daarbij op dat de
accu geheel in de lader komt te zitten. Het rode lampje
(opladen) knippert herhaaldelijk en dat duidt erop dat het
laadproces is gestart.
3. Een volledig opgeladen accu wordt aangegeven door het
rode lampje dat constant AAN blijft. De accu is nu volledig
opgeladen en kan worden gebruikt of kan in de acculader
blijven zitten. Duw, als u de accu uit de lader wilt nemen, op
de accu‑vrijgaveknop
15
OPMERkInG: U kunt maximale prestaties en levensduur van
lithium‑ion‑accu's garanderen door de accu's volledig op te
laden voordat u deze voor het eerst in gebruik neemt.
Werking van de lader
Raadpleeg onderstaande indicatoren voor de laadstatus van
de accu.
Laadindicaties
F
bezig met opladen
G
volledig opgeladen
H
hete/koude accuvertraging*
* Het rode lampje blijft knipperen, maar er brandt ook een geel
indicatielampje wanneer de functie actief is. Wanneer de accu
een geschikte temperatuur heeft bereikt, gaat het gele lampje
uit en hervat de lader de laadprocedure.
De geschikte lader(s) laden niet een kapotte accu op. Wanneer
er niet een lampje op de lader gaat branden, betekent dat dat
de batterij niet goed is.
OPMERkInG: Dit kan ook betekenen dat er iets mis is met
de lader.
Als de lader laat zien dat er een probleem is, laat de lader en de
accu dan testen door een geautoriseerd servicecentrum.
hot/Cold Pack Delay (Vertraging hete/koude accu)
Wanneer de lader waarneemt dat een accu te warm of te koud
is, wordt onmiddellijk een Hot/Cold Delay gestart en wordt
het laden uitgesteld tot de accu een geschikte temperatuur
heeft bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op
nEDERLanDs
op de accu.
I
J
K
83