Leitz Icon Printer Gebruikershandleiding
Verbinding maken met het draadloze netwerk
Als uw draadloze netwerk niet wordt weergegeven in de lijst met beschikbare netwerken bij het uitvoeren van de Wi-Fi
Setup Wizard (wizard Wi-Fi-instellingen) vanaf het Leitz Icon Control Panel (bedieningspaneel) (zie De printer verbinden
via uw draadloze netwerk op pagina 8), controleert u het volgende:
• Een Wi-Fi-router ondersteunt vele kanalen. Hoewel in bepaalde delen van de wereld kanalen 12 en 13 worden
ondersteund, ondersteunt de Leitz Icon-printer alleen kanalen 1-11. Ga naar de draadloze instellingen voor uw router
en controleer of uw router niet is ingesteld op het gebruik van kanaal 12 of 13. Als dat het geval is, wijzigt u de
instellingen zodat een kanaal tussen 1 en 11 wordt gebruikt. Opmerking: alle andere apparaten in het netwerk passen
zich automatisch aan deze wijziging aan zonder dat verdere instellingen nodig zijn.
Als de initiële draadloze verbinding tot stand is gebracht, maar vervolgens wordt verbroken, controleert u het volgende:
• De standaardinstelling voor sommige routers is het verbreken van de verbinding met apparaten na een bepaalde
tijdsperiode.
Ga naar het instellingenmenu van uw router en schakel de functie voor het verbreken van de verbinding met passieve
apparaten of voor time-out van sessies uit. Deze instelling heeft mogelijk een andere naam, afhankelijk van het type
router dat u gebruikt.
Labels afdrukken
Als u problemen met afdrukken hebt, controleert u of de afdrukknop in de software groen is.
Als de afdrukknop niet groen is, kan de software niet met de printer communiceren. Controleer het volgende:
• Controleer of de printer is verbonden met de netvoeding.
• Controleer of de juiste printer is geselecteerd in de keuzelijst met printers.
• Mogelijk wordt de afdrukwachtrij geblokkeerd door een oude afdruktaak. Controleer de status van uw printer in uw
Windows- of Mac-printerinstellingen.
• Als de printer is verbonden via de USB-kabel, controleert u of de kabel correct is aangesloten. Zie De printer
verbinden via USB op pagina 7 voor meer informatie.
• Als de printer is verbonden via uw draadloze netwerk, zoekt u naar de printer-ID in uw lijst met beschikbare netwerken.
Als u uw printer-ID ziet, is de printer niet langer verbonden met uw draadloze netwerk en moet deze opnieuw worden
verbonden. In de meeste gevallen wordt de verbinding automatisch hersteld als u de printer loskoppelt van de
netvoeding en vervolgens de netstekker weer terugplaatst. Als de verbinding niet wordt hersteld als de printer wordt
uitgeschakeld en vervolgens opnieuw ingeschakeld, moet u de verbinding handmatig opnieuw tot stand brengen. Zie
De printer verbinden via uw draadloze netwerk op pagina 8 voor meer informatie.
• Als de printer is verbonden via de toegangspuntmodus (Soft AP), controleert u of uw computer is verbonden met het
draadloze netwerk dat wordt aangegeven door uw printer-ID. Zie De printer verbinden via de toegangspuntmodus
(Soft AP) op pagina 11 voor meer informatie.
• Controleer of het printerstuurprogramma correct is geconfigureerd voor uw printer. Zie De printer toevoegen aan uw
computer en het printerstuurprogramma installeren op pagina 9 voor meer informatie.
21
Probleemoplossing