LUCHTFILTER CONTROLEREN
VOORZICHTIG:
• Gebruik de gazonmaaier nooit zonder het luchtfilter. Dit heeft een
versneld slijten van de motor tot gevolg.
Controleer het luchtfilter als volgt:
1. Druk de haakjes [1] van het
luchtfilterdeksel naar binnen en
neem het deksel [2] weg.
2. Controleer of het filter schoon
is. Als het filter [3] vuil is, dient
het te worden gereinigd volgens
de procedure beschreven in het
hoofdstuk "Onderhoud" blz 8.
3. Monteer het filter [3] en het
deksel [2].
MAAIMES CONTROLEREN
VOORZICHTIG:
• Kijk aan welke kant de carburateur
gemonteerd is (achter het luchtfilter).
Draai de gazonmaaier nooit met de carburateur naar beneden
gericht. Dit voorkomt dat u later moeilijkheden krijgt bij het starten
van de motor.
Ga bij het controleren van het
maaimes als volgt te werk:
1. Zet de motor af.
2. Neem de kap van de bougie.
3. Zet de machine op de
rechterkant [4].
• Controleer of het mes tekens
van slijtage vertoont. Het mes
moet worden vervangen
wanneer bijvoorbeeld de
uithollingen bij elkaar komen,
of wanneer er een barst
zichtbaar is.
• Controleer of de mesbouten goed zijn aangehaald.
(zie "Onderhoud" blz 8).
• Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud" blz 8 voor het vervangen
van het maaimes.
NIEUW MES
Gebruik de gazonmaaier nooit met een versleten of beschadigd
maaimes.
Een afbrekend stuk mes kan met grote snelheid uitgeworpen
worden en kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Opmerking: Maaimessen slijten sneller wanneer het gazon op
zand gezaaid is. Het spreekt vanzelf dat u in zo'n geval het mes
vaker moet controleren.
MAAIHOOGTE VERSTELLEN
Wijzigen van de maaihoogte:
1. Stop de motor.
2. Trek de stelhendel [5] naar
de buitenkant van de
machine.
3. Verdraai de stelhendel [5]
op of neer om de wielen te
verstellen en zodoende de
maaihoogte.
B3 B5
C19
VEILIGHEID
VERSLETEN MES
VEILIGHEID
PDEH, SDEH, SXEH
34 mm
45 mm
25 mm
55 mm
66 mm
78 mm
[5]
Onderstaande maaihoogten
hangen van de staat van het
gazon en de ondergrond af.
Voor nauwkeurig maaien verstelt
u de maaihoogte, maait u een
stuk, meet u het gras en stelt u
eventueel de maaihoogte na.
Opmerking:
• Maai in een maaibeurt niet
meer dan 1/3 van de hoogte
van het gras, anders zouden
bruine vlekken ontstaan. Het
maairesultaat is er beter
door en er bestaat minder
kans op verstoppingen.
• Als het gras te lang is, moet
u maaien in de voor de maaier hoogst mogelijke stand. Maai het
gazon 2 of
3 dagen later opnieuw.
• De diepte van de wortels is recht evenredig met de hoogte van
de grassprieten: hoe korter het gazon wordt gemaaid, des te
D1 D8
korter de wortels van het gras zijn.
• Kies een maaihoogte die aangepast is aan het gebruik van het
gazon: speelgazon: 5 cm en meer, siergazon: 1 tot 3 cm.
• Slechts bepaalde gazonsoorten zijn tegen kort maaien bestand
Een te kort gemaaid gazon is kwetsbaar en droogtegevoelig.
Vraag advies aan een specialist.
OLIEPEIL CONTROLEREN
VOORZICHTIG:
• Een goede smering is een eerste vereiste voor de goede werking
van uw gazonmaaier, en is verder van grote invloed op zijn
levensduur.
• Werken met te weinig olie kan de motor ernstig beschadigen.
Wij schrijven het gebruik van een goede kwaliteit motorolie voor
welke voldoet aan de API-specificatie SG of SF of beter.
Kies een olie met een viscositeit die voor de gemiddelde
buitentemperatuur geschikt is.
Soorten olie [6] afgestemd op de omgevingstemperatuur [7].
Ga bij het controleren van het oliepeil als volgt te werk:
1. Plaats de gazonmaaier op
een vlakke, horizontale vloer.
2. Neem de dop van het carter.
En verwijder de olie van de
peilstok [8].
3. Steek de oliepeilstok in de het
carter maar schroef hem niet
in.
4. Trek de peilstok terug en
kijk tot waar deze met olie
bedekt is. Indien dit punt
zich dicht bij het onderste
merkteken [9] bevindt,
dient u tot aan het
bovenste merkteken olie
na te vullen [10].
C21
5. Draai de peilstok vast in de
vulopening.
QXEH
HRX426C
HRX476C
HRX426C
HRX476C
HRX426C
HRX476C
HRX426C
HRX476C
HRX426C
HRX476C
1/3 Max
[ 6 ]
[ 7 ]
19 mm
19 mm
28 mm
27 mm
36 mm
36 mm
45 mm
46 mm
55 mm
58 mm
[10]
[9]
5 NL