PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEMEN OPLOSSEN
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
Symptoom
Symptoom
Er komt damp uit de binnenunit.
Tijdens werking klinkt er geluid van stromend
water.
De ruimte heeft een vreemde geur.
De binnenventilator stopt af en toe wanneer de
ventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch.
Het apparaat begint pas na enkele minuten
vertraging nadat het opnieuw is opgestart.
Er komt water/stoom uit de buitenunit.
Timerindicator is altijd aan.
AAN/UIT-indicator knippert tijdens werking en
de ventilator van de binnenunit is gestopt.
De binnenventilator stopt af en toe tijdens
verwarmen.
Krakend geluid tijdens bedrijf.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Symptoom
Symptoom
Verwarmings-/Koelingswerking werkt niet
effi cient.
Luidruchtig tijdens werking.
Afstandsbediening werkt niet.
(De display is gedimd of het
transmissiesignaal is zwak.)
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat ontvangt geen signaal van de
afstandsbediening.
Oorzaak
Oorzaak
• Condensatie door koelproces.
• Stromend koelmiddel in het apparaat.
• Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig is van de muur, het
tapijt, meubels of kleding.
• Zo verdrijft u de omgevingsgeuren.
• De vertraging dient ter bescherming van de compressor van de unit.
• In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats.
• Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingen dagelijks uitgevoerd.
• De unit staat in de ontdooiingstand en het gesmolten ijs wordt via de
buitenunit afgevoerd.
• Onbedoeld koelen voorkomen.
• Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie of contractie van het
apparaat.
Controleer
Controleer
• Stel de temperatuur correct in.
• Sluit alle deuren en ramen.
• Maak de fi lters schoon of vervang ze.
• Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen.
• Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling.
• Sluit het voorpaneel correct.
• Plaats de batterijen correct.
• Vervang zwakke batterijen.
• Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is.
• Controleer of de timers zijn ingesteld.
• Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt.
• Het een en ander fl uorescerend licht kan eventueel de signaalzender
storen. Consulteer a.u.b. een bevoegde installateur.
37