Oplossen van problemen
Controleer het volgende voor u vragen stelt of om service verzoekt.
Probleem
Geluiden van stromend water kunnen
worden gehoord tijdens of na de werking.
Lawaai
Krakende geluiden kunnen worden
gehoord tijdens of na de werking.
Tijdens de werking komt er een vreemde
geur uit de unit.
Er verzamelen zich druppels condensatie
bij de luchtuitlaat bij koelen.
Er wordt mist gevormd bij het koelen.
Er wordt mist gevormd bij het verwarmen.
De ventilator draait een tijdje door, ook al is
de werking gestopt.
De luchtstroomrichting verandert tijdens
de werking.
De richting van de luchtstroom kan niet
worden ingesteld.
Richting
De richting van de luchtstroom kan niet
luchtstroom
worden veranderd.
Het blad beweegt een paar keer nadat
de richting is veranderd.
Er wordt stof uitgestoten.
Aan het begin van de werking op hoge
snelheid is het mogelijk dat de ventilator
soms sneller draait dan de ingestelde
snelheid.
(3 tot 30 minuten)
Het apparaat werkt niet
(Wanneer de stroom onmiddellijk wordt
ingeschakeld / Wanneer de werking wordt
gestopt en onmiddellijk weer wordt hervat)
Er klinkt lawaai bij het verwarmen.
Er komt stoom uit het apparaat bij het
verwarmen.
De ventilator blijft draaien, zelfs
nadat de werking is gestopt met de
afstandsbediening.
Oorzaak / Actie
• Geluid van het koelmiddel dat door de unit stroomt
• Geluid van overtollig water dat via de afvoerbuis wordt
afgevoerd
Geluiden van uitzettende of krimpende materialen door
temperatuurverandering
• De geuren in huis, zoals sigarettenrook en geuren van
cosmetica worden door de airconditioner opgezogen en weer
uitgeblazen.
• De unit is vuil van binnen. (Neem contact op met uw dealer.)
• Vocht uit de lucht condenseert in de koele luchtstroom en
vormt druppels.
• Als de airconditioner geïnstalleerd is op een plek zoals in
een restaurant, waar grote hoeveelheden vette walm kunnen
voorkomen, moet de unit schoongemaakt worden omdat het
binnenwerk (de warmtewisselaar) vuil geworden is.
(Neem contact op met uw dealer.)
• De unit is aan het ontdooien.
• De ventilator draait door voor een soepele werking.
• Afhankelijk van de instelling kan de ventilator ook draaien om
de warmtewisselaar te drogen.
• Wanneer de temperatuur van de uitgeblazen lucht erg laag is
bij het verwarmen, of bij het ontdooien, wordt de horizontale
luchtstroomrichting automatisch ingesteld.
• De positie van het blad kan individueel worden ingesteld.
(Type U1)
• Het blad beweegt één keer naar de standaard positie en gaat
dan naar de ingestelde luchtstroomrichting.
• Stof dat zich heeft opgehoopt in de binnenunit wordt
uitgestoten.
• Dit is om de werking te controleren en om te controleren of de
rotatie van de ventilatormotor binnen het gebruiksbereik ligt.
• De werking begint nog even niet gedurende ongeveer de
eerste 3 minuten, omdat de compressorbeveiligingsschakeling
is ingeschakeld.
• De unit is aan het ontdooien.
• Dit is om een soepele werking te garanderen.
N
EDERLANDS
49