8.2. Apparaat voor het eerst reinigen
Open de ovendeur.
Om achtergebleven stof van het verpakkingsmateriaal en eventueel van de fa-
bricage achtergebleven materiaalresten te verwijderen, maakt u de ovenruimte
en de binnenkant van het kijkvenster (7) voor ingebruikneming schoon met een
licht bevochtigde, zachte doek. Let op dat er geen vloeistof in de magnetron te-
rechtkomt en maak de oppervlakken na afloop goed droog.
Reinig het glazen draaiplateau (5) en de meenemer (4) in warm water met een
beetje afwasmiddel en droog de onderdelen goed af.
8.3. Accessoires plaatsen
Gebruik de magnetron niet zonder dat het draaiplateau op de juiste manier is aan-
gebracht.
Plaats de meenemer in de uitsparing in de ovenruimte en zet het draaiplateau
midden op de meenemer.
LET OP
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt opgewarmd, kan er een lich-
te geurvorming optreden. De dampen die hierbij vrijkomen, zijn on-
schadelijk en verdwijnen na korte tijd weer. Zorg voor voldoende venti-
latie, bijv. door een raam open te zetten.
9. Bediening
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Gevaar voor schade aan het apparaat doordat er ver-
keerd mee wordt omgegaan.
Gebruik de magnetron nooit zonder draaiplateau en
niet zonder dat zich levensmiddelen in de ovenruim-
te bevinden.
Zet de programmaschakelaar (2) in de gewenste stand; zie hiervoor de tabel met
vermogensstanden.
Sluit de ovendeur.
Draai de tijdschakelaar (3) in de gewenste stand om de gaartijd in te stellen en
het garen te starten.
22