4.3 Wekkerfunctie
4.3.1 Alarm instellen
De klok heeft twee alarmen die kunnen worden ingesteld op een pieper of radiogeluid.
In stand-bymodus (de radio is uitgeschakeld) drukt u op [
uit te schakelen. Als het alarm AAN is, wordt het symbool
UIT is, wordt het symbool
Houd de [
] 2 seconden ingedrukt om AL1 in te stellen. Het symbool
1
wordt weergegeven en de uren knipperen. Druk op [
minuten in te stellen. Als u klaar bent met de uren en minuten, drukt u op [
bevestigen. Daarna gaat u naar de muziekselectiemodus.
Als u de pieper als alarmgeluid wilt gebruiken, drukt u op [
te bevestigen. Als u de radio als alarmgeluid wilt gebruiken, drukt u op [
de radiomodus te gaan. Daarna drukt u op [
te selecteren. U kunt ook op [SCAN +] of [SCAN -] drukken om de radiofrequentie te
zoeken. Als u de gewenste radiofrequentie heeft geselecteerd, drukt u op [
instelling van AL1 te bevestigen.
Houd de [
] 2 seconden ingedrukt om AL2 in te stellen. Het instellen werkt hetzelfde
2
OPMERKING:
Als u in de alarminstelmodus 1 minuut geen knop indrukt, keert u automatisch terug naar
de klok en worden de huidige instellingen van kracht.
U kunt geen alarminstellingen verrichten in de radiomodus.
meest recente radiovolume. U kunt het volume van de pieper niet instellen.
Als u de pieper als alarmgeluid heeft gekozen:
Als het alarm afgaat, drukt u op de knop [SNOOZE]. Het alarm gaat 5 minuten uit.
niet weergegeven.
1
] of [
-59-
2
1
weergegeven. Als het alarm
] of [
] om de waarde te
] om de instelling van AL1
1
] om de opgeslagen radiozender
NL
] om te
1
] om naar
] om de
1