8 Omvormer weer in bedrijf stellen
Voorwaarden:
☐ De omvormer moet correct gemonteerd zijn.
☐ DC-connectoren moeten correct zijn geconfectioneerd.
☐ De AC-kabel moet correct zijn aangesloten.
Werkwijze:
1. Vereiste controles voor de correcte heringebruikname na modulevervanging conform alle ter
plekke geldende wetten, normen en richtlijnen uitvoeren. Daarbij voorwaarden voor de
componentvervanging in acht nemen (zie hoofdstuk 2.2 "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen",
pagina 196).
2. Verzeker u ervan, dat de aardleiding in de omvormer correct is aangesloten en de aardleiding
correct werkt.
3. De DC-beschermkap weer bevestigen. Daarbij de 4
schroeven in de volgorde 1 t/m 4 vastdraaien
(inbussleutel, SW 3, aandraaimoment: 3,5 Nm).
4. Plaats de bovenste behuizingsdeksel op de behuizing en schroef alle schroeven licht aan.
5. De schroeven van de behuizingsdeksel in de
gespecificeerde volgorde aantrekken (SW4, koppel
6 Nm ± 0,3 Nm).
6. Communicatiemodule met de omvormer verbinden.
Daarvoor de bandkabel op de
communicatiemodule steken en vergrendelen.
214
STPTL-30-H-AST-RM-xx-10
SMA Solar Technology AG
4
5
2
1
6
3
A
B
C
Vervangingshandleiding