3 PlaaTS BaTTerIJeN (zeNDer)
3A Schuif het
3B Haal de batterijen-
deksel van
houder uit het vak.
het batterijvak
naar beneden
om het vak te
openen.
4 De helIkOPTer OPlaDeN
Waarschuwing: Voor het opladen en na elke vlucht moeten de accu en de motoren
steeds 15 tot 30 minuten afkoelen, anders kunnen deze onderdelen
beschadigd raken. Bij het laden moet steeds toezicht worden
gehouden. Laad de accu steeds op op een vuurvaste ondergrond
en in een brandveilige omgeving.
• Koppel de helikopter los van de accu en schakel de zender uit (4A).
• Verbind de laadvoeding met de Li-ionlader. Steek nu de laadvoeding in een stopcontact.
De rode en de groene led op de Li-ionlader gaan branden.
• Steek de balancerkabel (witte stekker) van de Li-ionaccu voorzichtig in de lader (4B).
Gebruik hierbij geen geweld. De groene led gaat uit.
• Het laden duurt ongeveer 120 tot 130 minuten en moet steeds in de gaten worden
gehouden. Wanneer de accu volledig opgeladen is, gaat de groene led continu
branden.
• Haal na het laden de stekker van de accu uit de lader en de stekker van de lader uit
het stopcontact.
Na een laadtijd van 120 tot 130 minuten kan de helikopter ongeveer
7 à 8 minuten vliegen.
Waarschuwing: De Li-ionaccu wordt warm tijdens het laden. Als de accu echter
heet wordt en/of er veranderingen aan het oppervlak te zien zijn, moet het laden
onmiddellijk worden afgebroken!
5 STarTVOOrBereIDINg
De liftkrachtregelaar (de linkerregelaar op de zender) moet voor het inschakelen naar
beneden wijzen (5A). Zet vervolgens de controleschakelaar op de zender op "ON".
Het Power-ledlampje gaat branden (5B).
Verbind de accukabel met de aansluitkabel (5C). Zet de helikopter op de grond met de
staart in uw richting (5D). De helikopter heeft enkele seconden nodig om de gyroscoop
te initialiseren en verbinding met de zender te maken. Beweeg de regelaar voor
stampen en rollen – als de tuimelschijf beweegt, is de helikopter klaar om op te stijgen.
26
3C Plaats 8 AA-
3D Plaats de
batterijen van
batteri jenhouder
1,5 V. Let op de
weer in het
juiste richting
vak en schuif
van de polen,
het deksel naar
zoals aange-
boven om het
geven in het
batterijvak te
batterijvak.
sluiten.
6 TrIMMeN VaN De BeSTUrINg
Voor een goed vlieggedrag van de helikopter is het noodzakelijk dat de besturing juist
is getrimd. Het afstellen van de trim is eenvoudig, maar er is wel wat geduld en gevoel
voor vereist. Neem de volgende aanwijzingen in acht: Beweeg de liftkrachtregelaar
voorzichtig naar boven en laat de helikopter opstijgen tot een hoogte van 0,5 à 1 meter.
6A Als de helikopter vanzelf snel of langzaam naar links of rechts beweegt...
Als de helikopter vanzelf snel of langzaam naar links beweegt, drukt u de rol-trim
stapsgewijs naar rechts. Als de helikopter naar rechts beweegt, drukt u de rol-trim
stapsgewijs naar links.
6B Als de helikopter vanzelf snel of langzaam om zijn as draait...
Als de helikopter vanzelf snel of langzaam linksom om zijn as draait, drukt u de gier-trim
stapsgewijs naar rechts. Als de helikopter rechtsom draait, drukt u de gier-trim naar
links. Controleer ook de rol-trim als dit probleem zich voordoet. De zender geeft behalve
de indicaties op de display, geluidssignalen die het trimmen vergemakkelijken.
6C Als de helikopter vanzelf snel of langzaam naar voren of naar achteren
beweegt...
Als de helikopter vanzelf snel of langzaam naar voren beweegt, drukt u de stamp-trim
stapsgewijs naar beneden. Als de helikopter naar achteren beweegt, drukt u de
stamp-trim naar boven. De zender geeft behalve indicaties op de display, geluidssignalen
die het trimmen vergemakkelijken.
7 BeSTUrINg
Opmerking: Voor een rustig vlieggedrag van de helikopter hoeven de regelaars
slechts minimaal te worden bediend!
7A Beweeg de liftkracht-/gierregelaar
voorzichtig naar voren om op te stijgen of
hoger te gaan vliegen.
7C Beweeg de stamp-/rolregelaar voor-
zichtig naar voren om vooruit te vliegen.
7E Beweeg de stamp-/rolregelaar voor-
zichtig naar links om naar links te vliegen
(voor zover de helikopter met de staart u
toe wijst).
7G Beweeg de liftkracht-/gierregelaar
naar links om de helikopter linksom te
laten draaien.
7B Beweeg de liftkracht-/gierregelaar
naar beneden om te landen of lager te
vliegen. Voor een rustig vlieggedrag van
de helikopter dienen slechts minimale
correcties te worden gedaan met de
regelaar.
7D Trek de stamp-/rolregelaar voorzichtig
naar achteren om achteruit te vliegen.
7F Beweeg de stamp-/rolregelaar
voorzichtig naar rechts om naar rechts te
vliegen (voor zover de helikopter met de
staart u toe wijst).
7H Beweeg de liftkracht-/gierregelaar
naar rechts om de helikopter rechtsom te
laten draaien.
27