in geval van een meervoudig vertakte set door het
ongebruikte deel van de set, een ongunstige belast-
ing kan veroorzaken op de harnasgordel en de
drager.
16. Hangzitting
De hangzitting-bevestigingselementen moeten
worden gebruikt in paren en ze mogen uitsluitend
worden gebruikt voor werkhouding-bepaling. De
hangzitting-bevestigingselementen mogen niet
worden gebruikt als valbeveiliging.
Hangzitting-bevestigingen worden vaak gebruikt
voor langdurige, hangend uit te voeren werkzaam-
heden, waarbij de gebruiker op de hangzitting kan
zitten die wordt gevormd tussen de twee bevestig-
ingselementen. Een voorbeeld hiervan is glasbe-
wassing bij grote gebouwen.
GEBRUIKERSINSPECTIE, ONDERHOUD EN OPSLAG
VAN UITRUSTING
Gebruikers van persoonlijke valbeveiligingssystemen
dienen ten minste alle instructies van de fabrikant
met betrekking tot het testen, het onderhoud en de
opslag van uitrusting op te volgen. De werkgever van
de gebruiker moet de instructies van de fabrikant
bewaren en gemakkelijk toegankelijk maken voor alle
gebruikers. Zie ANSI/ASSE Z359.2, minimum-
voorschriften voor een gepland valbeveiligingspro-
gramma met betrekking tot gebruikersinspectie,
onderhoud en opslag van uitrusting.
1. Naast de in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant
vermelde beproevingseisen moet de uitrusting ten
minste om het jaar vóór elk gebruik door de gebrui-
ker en bovendien door een bevoegde derde worden
gecontroleerd op:
- ontbreken of onleesbaarheid van markeringen
- ontbreken van elementen die de vorm, het vastzit-
ten of de werking van de uitrusting beïnvloeden
- aanwijzingen voor gebreken of beschadigingen in
metalen onderdelen, inclusief scheuren, scherpe
randen, vervorming, corrosie, chemische aantasting,
oververhitting, verandering en overmatige slijtage.
- aanwijzingen voor gebreken of beschadigingen aan
riemen en kabels, inclusief rafelen, splitsen, open-
draaien, knikken, knoopvorming, vastbinden, ges-
cheurde of eruit getrokken naden, buitensporige rek,
chemische aantasting, overmatige verontreiniging,
schuren, verandering, benodigde of overmatige
smering, overmatige veroudering en overmatige sli-
jtage
2. Beproevingscriteria voor de uitrusting moeten
worden vastgelegd door de werkgever van de gebrui-
ker. Deze criteria moeten gelijk zijn aan of strenger
zijn dan de criteria die zijn vastgelegd in deze norm
of in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant, waarbij
in elk geval moet worden voldaan aan de strengste
criteria.
3. Indien de test defecten, schade of onvoldoende
onderhoud van de uitrusting aan het licht brengt,
moet deze permanent buiten gebruik worden gesteld
of door de oorspronkelijke fabrikant of een door de
fabrikant aangewezen derde worden onderworpen
aan correctief onderhoud voordat de uitrusting op-
nieuw in gebruik wordt genomen.
Verzorging en opslag
1. Verzorging en opslag van de uitrusting moet door
de werkgever van de gebruiker volgens de gebruik-
saanwijzing van de fabrikant worden uitgevoerd.
Unieke problemen die zich kunnen voordoen als
gevolg van de gebruiksvoorwaarden dienen te
worden gemeld aan de fabrikant.
2. Uitrusting die onderhoud nodig heeft of waarvoor
onderhoud gepland is, moet dan als "niet te gebrui-