Kettingsmering controleren en instellen
LET OP!
►
Werk nooit zonder kettingsmering!
Bij een droog lopende zaagketting raakt de zaag in korte tijd onher-
stelbaar beschadigd.
►
Controleer voordat u aan het werk gaat, altijd de
OPMERKING
►
Gebruik alleen kettingzaagolie. Bij voorkeur biologisch afbreekbare
kettingolie. Gebruik geen oude olie, motorolie e.d.
►
Controleer tijdens het werk of de kettingsmering functioneert.
♦
Houd de kettingzaag met draaiende zaagketting en een gemiddeld
toerental boven een afgezaagde boomstop of een geschikte onder-
legger.
Als de smering toereikend is, zal zich op de boomstomp of de onder-
legger een dun laagje olie vormen ( zie uitvouwpagina Afb. E).
■
Zo nodig kan de kettingsmering met de olieregelingsschroef
verhoogd of verlaagd.
■
Gebruik hiervoor de meegeleverde sleufschroevendraaier
–
Druk eerst en draai dan de olieregelingsschroef
de klok mee om de kettingsmering te verlagen.
–
Druk eerst en draai dan de olieregelingsschroef
van de klok in om de kettingsmering te verhogen.
Kettingrem controleren
WAARSCHUWING!
►
U dient de kettingrem altijd te controleren voordat u de kettingzaag
gebruikt.
■
De kettingrem remt de zaagketting bij een terugslag meteen af.
♦
Zorg ervoor dat de voorste handbescherming
gemakkelijk laat bewegen.
♦
Druk terwijl de motor loopt, de voorste handbescherming
voren tot hij vastklikt.
♦
Druk de gashendel
kort helemaal in tot u vol gas geeft.
De zaagketting
mag hierbij niet in beweging komen.
WAARSCHUWING!
►
Een verhoogd toerental gedurende langere tijd bij geblokkeerde
kettingrem beschadigt de motor en de kettingaandrijving.
►
Neem contact op met klantenservice als de zaagketting
beweegt.
│
NL │ BE
■
60
Algemene werkinstructies voor vellen
LETSELGEVAAR!
►
Zaag- en velwerkzaamheden, en alle daarmee samenhangende
werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door personen
die daarvoor specifiek zijn opgeleid.
kettingsmering.
OPMERKING
►
Neem de landspecifieke voorschriften voor velwerkzaamheden in
acht en win informatie in bij de gezagdragende instanties.
■
Zorg ervoor dat niemand schade berokkend wordt door vallende
takken en bomen.
■
Op de werkplek mogen zich uitsluitend bij de velwerkzaamheden
betrokken personen bevinden.
■
Houd de werkplek rond de stam schoon en opgeruimd, zodat degene
die de kettingzaag bedient, stevig kan staan.
■
Houd vluchtwegen schoon en opgeruimd zodat de werkplek snel kan
worden
worden ontruimd.
■
Voer geen velwerkzaamheden uit bij krachtige wind, slecht weer of
:
slecht zicht.
met de wijzers van
■
Houd een afstand tot de volgende werkplek aan van minstens tweeën-
halve boomlengte.
tegen de wijzers
Gebruik en behandeling
■
Schakel de kettingzaag nooit in voordat het zwaard
en het kamwielhuis
■
Zaag geen hout dat op de grond ligt en probeer niet om uit de grond
stekende wortels te zagen. Voorkom in ieder geval dat de zaagketting
zich in de grond ingraaft, omdat de zaagketting
teen stomp wordt.
■
Schakel de motor meteen uit en inspecteer het apparaat op eventuele
schade als u per ongeluk toch een vast voorwerp met de kettingzaag
vrij is van vuil en zich
raakt.
■
Onderhoud het apparaat zorgvuldig. Controleer of bewegende on-
naar
derdelen naar behoren werken en niet klemmen, en of onderdelen
gebroken of zodanig beschadigd zijn, dat hierdoor de werking van
het apparaat wordt beïnvloed. Laat beschadigde onderdelen vóór de
ingebruikname van het apparaat repareren. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden apparaten.
■
Houd zagen scherp en schoon. Met zorg onderhouden zaaggereed-
schappen met scherpe zaagvlakken lopen minder vaak vast en zijn
gemakkelijker te sturen.
■
Laat het apparaat onderhouden door daartoe gekwalificeerd perso-
wel
neel. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen originele
vervangingsonderdelen.
Valkerf voorbereiden (zie uitvouwpagina afb. F)
OPMERKING
►
De valkerf bepaalt de richting waarin de boom zal vallen.
►
Breng de valkerf haaks op de valrichting aan.
►
Zaag zo dicht mogelijk bij de grond.
►
Steun de kettingzaag bij het zagen met de kam
♦
Begin met het zagen van valkerf A.
De diepte van de valkerf dient een kwart van de doorsnede van de
stam te bedragen; de valkerf moet onder een hoek van 45° - 60°
worden aangebracht.
♦
Maak de velsnede B ongeveer 2-3 cm hoger als de horizontale snede
van de valkerf A. Zorg ervoor dat u de valsnede B exact horizontaal
uitvoert.
, de zaagketting
correct gemonteerd zijn.
daardoor me-
.
FBKS 52 A1