4.3 Aansluitingen 12 V / 24 V
4.3.1 Afvoer
Reduceerstuk:
• Plaats het reduceerstuk (F) in de afvoeraansluiting.
• Zet het reduceerstuk vast met de slangklem (E).
• Monteer de afvoerslang (ø 19 mm).
• Het reduceerstuk kan in elke stand gemonteerd worden.
Zodat de afvoerslang naar links, rechts, onder of boven kan
worden geleid.
• H et gebogen deel van het reduceerstuk kan worden afge-
zaagd om de afvoer naar achteren te leiden.
1
2
F
E
4
F
• Gebruik als afvoerleiding slang ø 19 mm (bijvoorbeeld 'Vetus
geurdichte vuilwaterslang' ø 19 mm).
• Sluit de afvoerleiding aan op een vuilwatertank of een huid-
doorvoer met afsluiter.
• Zet de afvoer vast met klemmen.
Elektrische scheepstoiletten WCS(2) - WCL(2)
3
F
F
E
5
E
F
4.3.2 Watertoevoer
Voorzie de watertoevoer van een kogelkraan (hoekstopkraan)
met een aansluiting van 3/4" uitwendig.
Zorg ervoor dat de kogelkraan (hoekstopkraan) bereikbaar
blijft.
Indien reeds een waterdruksysteem aan boord geïnstalleerd
is, kan de toevoerslang op dit systeem worden aangesloten.
De waterdruk van dit systeem moet echter wel minimaal 1,5
bar zijn; dit is de minimale druk om een optimale spoeling te
verkrijgen.
Wanneer de druk van het waterdruksysteem minder dan 1,5
bar is, of wanneer buitenwater wordt gebruikt als spoelwater,
installeer dan een water toevoerpomp in de toevoerslang. De
capaciteit van de water toevoerpomp dient minimaal 10 liter/
minuut te zijn.
Wanneer buitenwater wordt gebruikt als spoelwater, zorg er dan
voor dat dit water zeer goed gefilterd wordt.
4.3.3 Voorkomen van hevelen
Indien het toilet zich onder of minder dan 40 cm boven de
waterlijn bevindt, bestaat het gevaar dat buitenwater door de
hevelwerking in het toilet kan terugstromen. Om dit hevelen te
voorkomen dient op het hoogste punt in de afvoer een beluchter
geplaatst te worden (zie installatievoorbeelden).
NEDERLANDS
3
110123.01