afbreken van zodra de wijzers op de 12:00 positie staan. Druk daarvoor de
toets „SET+" in. De wijzers keren terug naar de oorspronkelijke tijd.
Werd een manuele synchronisatie met succes uitgevoed, dan gaat de ont-
vangstweergave terug naar de waarde „0". Bij een mislukte zenderoproep
verandert de ontvangstweergave niet, en gaan de wijzers weer naar de voor
de zenderoproep weergegeven tijd.
Reist u naar een land met een andere tijdzone, dan kunt u de actuele plaat-
selijke tijd hetzij als 2de tijd in het onderste deel van het LC-display oproepen
(zie hoofdstuk 5.4), en/of de analoge tijdindicatie naar de plaatselijke tijd ver-
anderen.
174
Druk daarvoor op de „MODE"
toets tot u de modus „1. TIME"
bereikt. In het onderste deel van
het LC-display wordt de analoog
aangegeven tijd nu ook digitaal
getoond.
De verandering van de tijdzone
en daarmee ook de verandering
van de wijzers naar de tijd in de
betreffende tijdzone gebeurt
door de toetsen „SET+" (plus 10
uur) en „SET–" (–13 uur) in stap-
pen van uren. Het datum wordt,
indien nodig, bij de instelling eve-
neens automatisch aangepast.
U kunt deze functies tegen een
onvrijwillige verandering beveili-
gen door de toets „RESET" langer
dan 3 seconden in te houden. De
„beveiliging" van de functie
wordt via een „slotsymbool" in
het LC-display getoond.
Om een nieuwe instelling te
kunnen uitvoeren drukt u gewo-
on langer dan 3 seconden op de
toets „RESET".
175