Installatie
• Installeer de airconditioner op een plaats die stevig genoeg is om het
gewicht van het apparaat te dragen. Als het ophangpunt niet stevig
genoeg is, kan het apparaat vallen, hetgeen letsel kan veroorzaken.
• Bij het installeren van de airconditioner volgt u de aanwijzingen in de
installatiehandleiding. Als u die aanwijzingen niet opvolgt, kan het
apparaat vallen of kantelen of kunnen er bijgeluiden, trillingen,
waterlekkage e.d. optreden.
• Gebruik bij het installeren de bouten (M10) en moeren (M10) die
bestemd zijn voor het vastzetten van de buiteneenheid.
• Installeer de buiteneenheid zorgvuldig op een plaats die stevig genoeg
is om het gewicht van de buiteneenheid te dragen. Wanneer het
steunpunt niet sterk genoeg is, kan de buiteneenheid vallen, met kans
op persoonlijk letsel.
• Ventileer de ruimte direct indien er tijdens het installeren koelmiddel
lekt. Wanneer gasvormig koelmiddel uit het toestel lekt en in contact
komt met open vuur, kunnen er giftige gassen ontstaan.
• De installatie van leidingen moet tot een minimum worden beperkt.
Koelmiddelleiding
• Monteer tijdens de installatiewerkzaamheden de koelmiddelleiding
nauwkeurig voordat de airconditioner wordt bediend. Als de
compressor wordt bediend met de klep open en zonder
koelmiddelbuis, zuigt de compressor lucht aan en ontstaat er overdruk
in het koelsysteem, hetgeen kan leiden tot verwondingen.
• Draai de flensmoer met een momentsleutel aan op de voorgeschreven
manier. Als de flensmoer al te krachtig wordt aangedraaid, kan de
moer een tijd later barsten, waardoor koelmiddel kan gaan lekken.
NL-109
- 55 -
• Volg voor installatie- en verplaatsingswerk de instructies in de
installatiehandleiding en gebruik de gereedschappen en
leidingonderdelen die specifiek zijn vervaardigd voor gebruik met het
koelmiddel R32. Als leidingonderdelen worden gebruikt die niet zijn
ontworpen voor het koelmiddel R32 en de eenheid niet correct wordt
geïnstalleerd, kunnen de leidingen barsten en schade of letsel
veroorzaken. Daarnaast kunnen waterlekkage, elektrische schokken of
brand het gevolg zijn.
• Gebruik stikstofgas voor de test op luchtdichtheid.
• De oplaadslang moet zo worden aangesloten dat deze niet slap hangt.
Elektrische bekabeling
• Alleen een bevoegd installateur(*1) of een bevoegd
onderhoudsmonteur(*1) mag elektrische werkzaamheden aan de
airconditioner verrichten. Onder geen voorwaarde mag dit werk
worden verricht door een onbevoegde, aangezien fouten of
vergissingen kunnen leiden tot elektrische schokken en/of kortsluiting
of lekstroom.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de landelijke
regelgeving voor elektra en bedrading. Onvoldoende capaciteit van het
voedingscircuit of een niet volledige installatie kan een elektrische
schok of brand veroorzaken.
• Gebruik bedrading die voldoet aan de specificaties in de
installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften en
wetten. Het gebruik van bedrading die niet voldoet aan de specificaties
kan resulteren in elektrische schokken, kortsluiting en lekstroom,
rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Sluit de apparatuur aan op de aarde. (aardaansluitingen)
Onvoldoende aarding kan leiden tot een elektrische schok.
• Sluit de aardleidingen niet aan op gasbuizen, waterleidingsbuizen, of
bliksemafleiders of aardleidingen voor telefoondraden.
NL-110