Veiligheidsinstructies; Storingen Verhelpen - Grohe 49 113 Manual De Instrucciones

NL

Veiligheidsinstructies

Voor de elektrische aansluiting is een netspanning van 230 V
nodig. Hierbij moet VDE 0100 deel 701 'Opbouw van
laagspanningssystemen' in acht worden genomen. De
betreffende landspecifieke voorschriften en normen moeten
in acht worden genomen. Montage is uitsluitend toegestaan
door een erkend sanitairinstallateur met inachtneming van
deze montagehandleiding en de geldende regels en
veiligheidsbepalingen. Na ingebruikname en een functietest
van de installatie moet dit document aan de gebruiker van
de installatie worden gegeven. De gebruiker moet worden
geïnstrueerd over de bediening van de installatie.
Conform EN 60335-1 mag dit apparaat door kinderen van
8 jaar en ouder en door personen met verminderde fysieke,
zintuiglijke of mentale vermogens of een gebrek aan ervaring
en kennis worden gebruikt, mits zij onder toezicht staan of de
nodige instructies hebben gekregen voor een veilig gebruik
van het apparaat en de daaruit voortvloeiende gevaren
begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De
reiniging en het gebruikersonderhoud mogen zonder toezicht
niet door kinderen worden uitgevoerd. De afvoer en overloop
mogen alleen worden gebruikt met de meegeleverde voeding.
De accu mag alleen worden vervangen door een originele
Viega-accu. Defecte voedingskabels mogen niet worden
gerepareerd en moeten worden vervangen door originele
Viega-producten. Conform EN 60335 is de vaste installatie
voorzien van een alpolige werkschakelaar.
Levensgevaar door elektrische schokken!
Schakel voordat u de behuizing opent de net-
spanning uit. Werkzaamheden aan elektrische
onderdelen mogen uitsluitend door een erkend
sanitair-installateur worden uitgevoerd.
Aanwijzingen:
• De afvoerklep is in stroomloze toestand geopend
(bijvoorbeeld bij het inbouwen).
• Bij ingebruikname (netaansluiting) sluit de klep.
Het handmatige sluitmechanisme (klikventiel) kan
worden geopend.
• Tijdens het vullen van de badkuip moet een controle
(bewaking) door de bediener worden gegarandeerd.
Reglementair gebruik
Elektrisch gestuurde afvoer en overloop voor badkuipen
met afvoergat van 52 mm. Het is alleen geschikt voor
normaal huishoudelijk afvoerwater met temperaturen tot
95 °C gedurende korte tijd. Het afvoeren van andere
vloeistoffen, zoals reinigingsmiddelen, in het bijzonder
die met een pH-waarde onder 4, die de sanitaire
voorzieningen, drainageobjecten en leidingsmaterialen
kunnen beschadigen, is niet toegestaan. De montage van
de beluchter vervangt niet de standaardventilatie van het
afvoersysteem. De afvoer en overloop mogen niet worden
aangesloten op een tweede waterslot, bijvoorbeeld een
centraal waterslot. Montage mag alleen door gespecialiseerde
bedrijven met inachtneming van de bouwvoorschriften
worden uitgevoerd.
Afvoercapaciteit: 0,85 l/s bij 300 mm stuwhoogte
(conform DIN EN 274)
Overloopcapaciteit: 0,60 l/s bij 60 mm stuwhoogte
van het ingestelde niveau (conform DIN EN 274)
Waterslothoogte conform DIN EN 274: 50 mm
De aanbevolen invoercapaciteit van de kraan mag niet
meer dan 30 l/min bedragen.

Storingen verhelpen

De elektronica bewaakt zelfstandig de aangesloten compo-
nenten en controleert deze regelmatig op fouten. De controle
van de externe bouwgroepen wordt met verschillende tijds-
intervallen uitgevoerd. Als een probleem wordt vastgesteld,
dan wordt de badkuipsluiting met een luide toon opgestart.
Verder brandt de rode led tijdens de openingsprocedure.
Daarna staat de bouwgroep in de foutmodus. De rode led
knippert met een interval van 12 seconden overeenkomstig
het foutnummer drie, vier of vijf keer kort achter elkaar om
het probleem aan te duiden. Bovendien klinkt regelmatig
een alarmsignaal om op de fout te wijzen.
Aanwijzingen:
• Ook als er meerdere fouten actief kunnen zijn, kan slechts
één fout worden aangegeven. De eerst vastgestelde fout
wordt aangegeven.
• Door indrukken van de alarmresettoets kan het alarmsignaal
worden gedeactiveerd.
• Na het verhelpen van de fout schakelt de regeling
automatisch naar normaal bedrijf.
Fout
Accuspanningsfout
Rode led knippert
3 keer.
Aanwijzing:
In de foutmodus
wordt de accu verder
geladen. Na het laden
moet de installatie
worden gereset.
Motorstoring
Rode led knippert
4 keer.
Sensorstoring
Rode led knippert
5 keer.
4
6
1 Functietest
2 Hoogteverstelling 0-9
3 Groene led
13
Oorzaak Oplossing
Accustekker Accu vervangen.
defect.
Na de
Accu niet
ingebruikname
volledig
moet de accu
geladen.
minimaal
5 (10) uur
worden geladen.
Stekker of Controleer
bedrading de stekker en
defect. de bedrading
van de sensor.
Stekker of Controleer
bedrading de stekker en
defect. de bedrading
van de sensor.
1
2
3
5
4 Alarmreset
5 Buzzer
6 Rode led