1
2
Afb. 10:
Afsluitkappen beneden demonteren
Legenda
1
Wateruittrede onder
2
Waterinlaat onder
De koelwaterslang
– dient knikvrij te zijn
– mag bij een verlenging niet in doorsnede zijn geredu-
ceerd en
– dient eventueel te worden geïsoleerd.
Waarschuwing!
Schakel de lucht/water-warmtewisse-
laar spanningsvrij vóór het openen van
de elektrische aansluitingsbox en vóór
werkzaamheden aan het watercircuit.
Zie er vervolgens op toe dat de lucht/wa-
ter-warmtewisselaar niet onopzettelijk
kan worden ingeschakeld.
Opmerking:
De wateraanvoertemperatuur dient zodanig
te zijn, dat er in de te koelen kast geen kritie-
ke condensering plaatsvindt.
Opmerking:
Bescherm het watercircuit tegen verontreini-
gingen en overdruk (max. toel. bedrijfsdruk
10 bar)!
Opmerking:
Volumestromen boven 3000 l/h kunnen lei-
den tot schade aan het apparaat. Voor het
regelen van de volumestroom, kunt u een in-
regelventiel toepassen. Schade als gevolg
van te hoge volumestromen worden niet ge-
dekt door de gebreksaansprakelijkheid van
Rittal.
Rittal Lucht/water-warmtewisselaar
Opmerking:
Bij een volumestroom > 3000 l/h wordt het
koelvermogen niet hoger.
Opmerking:
Let op de stromingsrichting en controleer op
lekkage!
De warmtewisselaars hebben geen separate ontluch-
ting. De ontluchting kan plaatsvinden via de wateraan-
sluitingen op de bovenzijde van het apparaat (handmatig
of met daarvoor geschikte ontluchtingsvoorzieningen).
4.4.1
Richtlijnen voor de waterkwaliteit
Voor een betrouwbare werking van de genoemde
warmtewisselaars dienen beslist de VBG-koelwater-
richtlijnen te worden aangehouden (VGB-R 455 P).
Koelwater mag geen steenafzettingen veroorzaken.
D.w.z. het dient een geringe hardheid, met name een
geringe carbonaathardheid te hebben. Vooral bij een cir-
culerende koeling dient de carbonaathardheid niet te
hoog te zijn. Anderzijds moet het water ook niet zo zacht
zijn dat het de materialen aantast. Bij koeling van het
koelwater mag het zoutgehalte door verdamping van
grote hoeveelheden water niet te hoog worden, omdat
door de stijging van de zoutconcentratie de elektrische
geleiding van de opgeloste stoffen toeneemt en het wa-
ter corrosiever wordt.
Voeg telkens voldoende vers water toe.
Verwijder telkens een deel van het verrijkte water.
De volgende criteria dienen voor het koelwater te wor-
den aangehouden:
– Gipshoudend water is niet geschikt voor koeldoelein-
den, omdat het risico op steenvorming hier erg groot
is en de afzettingen erg moeilijk te verwijderen zijn.
– Koelwater dient vrij te zijn van ijzer en mangaan, omdat
hierdoor afzettingen optreden die zich in de leidingen
vastzetten en deze verstoppen.
– Organische stoffen mogen slechts in geringe mate
aanwezig zijn, omdat er anders slibafscheidingen en
microbiologische belastingen optreden.
4.4.2
Bereiding resp. onderhoud van het water in
vloeistofkoelers
Afhankelijk van de wijze waarop een installatie dient te
worden gekoeld, worden aan het koelwater bepaalde ei-
sen met betrekking tot de zuiverheid gesteld. Overeen-
komstig de verontreiniging alsmede de afmetingen en
bouwwijze van de vloeistofkoeler, wordt dan een ge-
schikte procedure voor de voorbereiding en/of onder-
houd van het water toegepast.
De meest voorkomende verontreinigingen en de daarbij
behorende maatregelen bij industriële koeling zijn:
4 Installatie
15
NL